Thema 3 - BS 3.2 Infectieziekten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

BS 3.2 Infectieziekten

Wat gaan we doen?

Herhaling BS 3.1 Gezondheid en ziekte

Instructie BS 3.2 Infectieziekten

Aan de slag.

Leerdoelen herhalen

Welzijn

Wat is waar?

1. Je lichaam, je geest en je omgeving hebben met elkaar te maken
2. Je lichaam, je geest en je omgeving staan los van elkaar
3. Alleen je geest heeft wat met je omgeving te maken
4. Alleen je lichaam heeft wat met je omgeving te maken

Wat zijn diabetes type 1
en de klompvoet?

1. beide erfelijke aandoeningen
2. diabetes type 1 is geen erfelijke aandoening
3. de klompvoet is geen erfelijke aandoening
4. beide kun je krijgen door je leefstijl

Als een baby met een beperking door Rode hond tijdens de zwangerschap geboren wordt.....

1. is die beperking een erfelijke aandoening
2. is het een aangeboren beperking
3. is het een beperking door de leefstijl van het kind
4. is het een beperking door de leefstijl van de moeder

Waarom niest het meisje
op deze manier?

1. Daar is geen reden voor
2. Ze kan niet in haar hand niesen omdat ze een blessure heeft
3. Ziekteverwekkers komen niet op haar hand
4. Zo hoor je het niesen minder hard

Wat is een aangeboren ziekte

1. ziekte die vanaf je geboorte aanwezig is zonder dat je ouders de ziekte hebben
2. Een ziekte die ontstaat tijdens je geboorte
3. ziekte die je krijgt door een slechte leefstijl
4. ziekte die je van je ouders hebt geërfd

Wat is geestelijk welzijn?

1. je voelt je thuis in je omgeving en hebt veel contact met anderen
2. je lichaam werkt normaal, je hebt geen pijn
3. Dat je geestelijk niet ziek bent
4. je voelt je opgewekt en maakt je weinig zorgen

Karin heeft buikpijn
Henk is net verhuisd, hij mist zijn vrienden

1. Karin: geestelijk welzijn Henk: lichamelijk welzijn
2. Karin: sociaal welzijn Henk: lichamelijk welzijn
3. Karin: geestelijk welzijn Henk: sociaal welzijn
4. Karin: lichamelijk welzijn Henk: sociaal welzijn

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat infectieziekten zijn en waardoor ze worden veroorzaakt.

• Je kunt uitleggen hoe ziekteverwekkers in je lichaam komen en hoe je de kans op infectieziekten verkleint.

Infectie

Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen.

Als de ziekteverwekkers in je lichaam gaan delen ontstaat er een ontsteking.

Een ontsteking is een reactie van je lichaam op de infectie. Bijvoorbeeld roodheid, pijn, zwelling en warmte.

Infectieziekten

Een ziekte waarmee je een ander kan besmetten heet een infectieziekten.

Bacteriën en schimmels kunnen infectieziekten veroorzaken. Denk aan longontsteking, oorontsteking en zwemmerseczeem.

 

Virus

Een virus is geen organisme, omdat het geen levensverschijnselen vertoont en overleeft alleen met een organisme.

Voorbeelden van een virusinfectie is griep, verkoudheid en koortslip, ook geslachtsziekten. 

Incubatietijd

Na besmetting vermenigvuldigen de ziekteverwekkers in je lichaam. In het begin ben je nog niet ziek, maar kun je wel anderen besmetten. Na een poosje wordt je ziek.

De tijd tussen de besmetting en het moment dat je ziek wordt.

heet de incubatietijd.

Bescherming tegen ziekten

Hygiëne -> verkleint de kans op infectieziekten.

- jezelf wassen

- schone kleding

- schone omgeving

- voedsel op de juiste manier klaarmaken en bereiden

Weerstand -> je lichaam beschermt zichzelf beter.

Verspreiding voorkomen

Een goede hygiëne is ook belangrijk om te voorkomen dat je anderen besmet als je ziek bent. 

Bijvoorbeeld door in je elleboog te niezen of vaak je handen te wassen. 

Bij infectieziekten is het soms nodig om in quarantaine te gaan. Bij quarantaine moet je thuis blijven en mag je geen bezoek ontvangen. (CORONA)!

De jongen had een infectie. Wat betekent infectie?

1. Pijn
2. Ontsteking
3. Gebroken arm
4. Schaafwond

Een virus is ......

1. Geen organisme
2. organisme

incubatietijd is

1. de tijd dat je ziek bent
2. de tijd tussen besmetting en ziek worden
3. de tijd dat het duurt dat je beter wordt
4. de tijd dat je koorts hebt

Infectieziekten, wat zijn dat?

1. antistoffen die ontstaan als je ziek bent
2. stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
3. ziekten die erfelijk zijn
4. ziekten waarmee je anderen kunt besmetten

Wat is 'in quarantaine'?

1. Dan ben je ziek.
2. afgezonderd om besmetting te voorkomen.
3. pestepidemie
4. veertig dagen (Italiaans)

Wat is een besmetting?

1. Dat iemand je ziek maakt
2. dat bacteriën en virussen je lichaam binnen komen
3. dat je afweerstoffen maakt
4. dat bacteriën en virussen je beschermen

Aan de slag

Maak de opdrachten van 3.2

Vraag 1 uit je boek

A. Wanneer spreek je van een infectie?

B. Wat is een ontsteking?

1 darminfectie

2 griep

3 koortslip

4 longontsteking

5 mazelen

6 oorontsteking

7 rodehond

8 verkoudheid

9 ziekte van Pfeiffer

10 zwemmerseczeem 

1. Bacterie/ schimmel/ virus

2. Bacterie/ schimmel/ virus

3. Bacterie/ schimmel/ virus

4. Bacterie/ schimmel/ virus

5. Bacterie/ schimmel/ virus

6. Bacterie/ schimmel/ virus

7. Bacterie/ schimmel/ virus

8. Bacterie/ schimmel/ virus

9. Bacterie/ schimmel/ virus

10. Bacterie/ schimmel/ virus

Vraag 2 uit je boek