In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk klassikaal de animatie ‘Wonen’ en bespreek: Als je op jezelf gaat wonen verandert er
veel in je leven. Ben jij klaar om op jezelf te gaan wonen? Wat lijkt jou leuk en niet leuk aan
een eigen woning?
Slide 4 - Tekstslide
Deel het werkblad uit. Leerlingen gaan individueel of in tweetallen aan de slag met de
stappen die horen bij het vinden van een woning. Bespreek het werkblad klassikaal na.
Goede antwoorden:
Stap 1: Bepaal hoeveel geld je kunt besteden
Stap 2: Zoek een huurwoning
Stap 3: Bezichtig de woning
Stap 4: Teken het huurcontract
Stap 5: Regel je verzekering(en)
Stap 6: Inpakken en verhuize
Slide 5 - Tekstslide
Verdeel de klas in tweetallen.
Slide 6 - Tekstslide
Introduceer Jeremy. Vertel dat je je budget kunt bepalen door een overzicht te maken van je
inkomsten en uitgaven.
Jeremy ontvangt € 1249 salaris en € 111 zorgtoeslag per maand. Wat zijn de totale maandelijkse inkomsten van Jeremy?
A
€ 1250
B
€ 1139
C
€ 1360
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Jeremy heeft een inschatting gemaakt van zijn uitgaven als hij op zichzelf woont. Hoeveel
geven de leerlingen zelf uit aan bijvoorbeeld kleding en vrije tijd? Komt dit overeen met de
inschatting van Jeremy?
De totale inkomsten van Jeremy zijn € 1360 en de totale uitgaven € 710. Hoeveel kan hij per maand aan een woning besteden?
A
€ 300
B
€ 650
C
€ 1300
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar of niet waar? Als je op jezelf gaat wonen, heb je toestemming van je ouders nodig.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Antwoord: niet waar. Vanaf je 18e heb je geen toestemming van je ouders meer nodig om ergens te gaan wonen. Je bent dan meerderjarig
Hoe noem je een kleine woning waarbij je in één ruimte slaapt, woont en kookt?
A
Appartement
B
Kamer
C
Studio
Slide 11 - Quizvraag
Goede antwoord: Studio. Een appartement is een woning in een flat of woonblok die bestaat
uit meerdere kamers, verdeeld over één verdieping. Bij een kamer woon en slaap je in één ruimte, maar deel je voorzieningen zoals toilet, badkamer en keuken met huisgenoten.
Wat betekent incl. g/w/e?
A
Inclusief gas, water, elektra
B
Inclusief gedeelde water- en
energiekosten
C
Inclusief gemeentelijke
belastingen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent gestoffeerd?
A
Een woning die gestofzuigd is.
B
Een woning met vloerbedekking, gordijnen en vaste
keukenapparaten.
C
Een ingerichte woning met
o.a. meubels, beddengoed en
kookgerei
Slide 13 - Quizvraag
Een woning met vloerbedekking, gordijnen en vaste keukenapparaten. Je
spreekt van een gemeubileerde woning als een woning compleet is ingericht met o.a. meubels, beddengoed en kookgerei.
WAAR OF NIET WAAR? Als huurder ben je verplicht om kleine reparaties aan de woning zelf uit te voeren.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 14 - Quizvraag
Als huurder ben je verplicht om kleine reparaties aan de woning zelf uit te voeren.
Goede antwoord: waar. Onder 'klein onderhoud' worden taken verstaan die door een huurder gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd én die weinig kosten. Voorbeelden hiervan zijn schilderwerk van binnenmuren, het vastzetten van loszittende onderdelen, het oliën van
scharnieren of het ontluchten van de cv-installatie.
Vertel dat een sociale huurwoning een goedkopere huurwoning is, die bedoeld is voor mensen met een lager inkomen. Niet iedere huurwoning is een sociale huurwoning. Er geldt een maximum huurprijs voor een sociale huurwoning. De maximale huurprijs wordt bepaald door de Overheid.
Laat de leerlingen op hun laptop/computer/smartphone opzoeken wat dit jaar de maximale
huurprijs voor een sociale huurwoning is. Wie heeft als eerste het goede antwoord
gevonden? Vraag op welke website de leerling het antwoord heeft gevonden en welke zoektermen de leerling heeft gebruikt. Het goede antwoord is o.a. te vinden via:
Vertel dat woningen met een huur die hoger is dan de maximumhuur in de ‘vrije sector’ vallen.
• Appartement
• 60 m2
• 3 kamers
• € 850 per maand
sociale huur of vrije sector?
Slide 17 - Tekstslide
Goede antwoord: boven de maximumhuur, dus vrije sector.
Rijtjeshuis
95 m2
4 kamers
€ 755 per maand
sociale huur of vrije sector?
Slide 18 - Tekstslide
Goede antwoord: onder de maximumhuur, dus sociale huurwoning
Slide 19 - Tekstslide
Vertel dat je bij de meeste woningcorporaties lang moet wachten om een huurwoning te
krijgen. Schrijf je dus meteen in bij een woningcorporatie als je 18 jaar bent. Dan maak je
later meer kans op een betaalbare huurwoning. Bekijk eventueel klassikaal de website van
een lokale woningcorporatie om te laten zien waar je je kunt inschrijven.
Slide 20 - Tekstslide
Vraag aan de leerlingen om hun droomhuis te omschrijven. Een oud of een nieuw huis? Op
het platteland of in de stad? Groot of klein?
Slide 21 - Tekstslide
Jeremy komt een advertentie tegen voor een mooi huis. Bekijk samen de advertentie. Vraag
een aantal leerlingen wat ze van de advertentie vinden. Klinkt het interessant? Waarom wel/niet?
Slide 22 - Tekstslide
Jeremy stuurt via WhatsApp een bericht naar de verhuurder en krijgt meteen een reactie.
Lees samen het WhatsApp-gesprek van Jeremy en de verhuurder.
Vraag een aantal leerlingen wat zij zouden doen als ze Jeremy zouden zijn. Zouden ze op het
aanbod ingaan en het sleutelgeld betalen? Waarom wel of niet?
Het is geen goed teken dat de verhuurder vanuit het buitenland meteen een tikkie wil sturen
voor het sleutelgeld. Een verhuurder mag namelijk nooit sleutelgeld vragen. Bovendien is
het verstandig om de woning eerst te bekijken. De woning ziet er op de foto erg mooi uit,
maar het aanbod lijkt te mooi om waar te zijn. Als je op zoek bent naar een woning moet je
dus goed opletten voor oplichting en niet zomaar geld overmaken.
Slide 23 - Tekstslide
p de website rijksoverheid.nl/onderwerpen/woning-huren/vraag-en-antwoord/welkeextra-kosten-mag-verhuurder-bij-een-huurcontract-vragen wordt uitgelegd welke extra
kosten een verhuurder wel en niet mag vragen. Een verhuurder mag geen sleutelgeld
vragen.
Slide 24 - Tekstslide
Uiteindelijk plant Jeremy een bezichtiging voor deze studio in Groningen. Vertel dat
huurprijzen per regio erg verschillen. Laat de leerlingen eventueel zelf opzoeken welke huurhuizen er worden aangeboden in hun regio. Vallen de huurprijzen mee of tegen?
Slide 25 - Tekstslide
Veel geld uitgeven aan een huis, maar weinig aan uitjes.
Of
Weinig geld uitgeven aan een huis, maar veel aan uitjes.
Slide 26 - Tekstslide
Blik samen met de klas terug op de les. Vraag iedere leerling om 1 ding te noemen dat ze in deze les hebben geleerd.
Boodschappen doen met een budget
Bedenk wat je wilt eten. Je mag boodschappen halen voor maximaal € 5,00.
Je koop ingrediënten voor een 'GEZONDE' WARME maaltijd.
werk je met z'n tweeën? Dan mag je maar voor € 7,50 boodschappen doen.