3h3 - 005 - den 28. Mai PW

3h3 - 005 - den 28. Mai
proefwerk  Kapitel 11
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3h3 - 005 - den 28. Mai
proefwerk  Kapitel 11

Slide 1 - Tekstslide

25 Fragen

Landeskunde, Wörterliste A, Plauderecke A en werkwoorden


Slide 2 - Tekstslide

1. Hals- und Beinbruch bedeutet
timer
0:30
A
Gute Besserung!
B
Auf Wiedersehen!
C
Ich wünsche dir Unglück!
D
Viel Glück und Erfolg!

Slide 3 - Quizvraag

2. Een helikopter is in Oostenrijk handiger dan een ambulance
A
richtig
B
falsch

Slide 4 - Quizvraag

3. het kuuroord Binz bevindt zich op het eiland Sylt in de Noordzee
A
richtig
B
falsch

Slide 5 - Quizvraag

timer
0:45
Aspirin
Binz 
Apotheke
Rennie
Diabetes

Slide 6 - Sleepvraag

5. de hersenen

Slide 7 - Open vraag

6. Een ongeluk

Slide 8 - Open vraag

7. Hoe lang hoest je al?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

8. Sinds wanneer ben je weer beter?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

9. Ik heb kiespijn.
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

10. Wat is er met je aan de hand?
timer
0:45

Slide 12 - Open vraag

11. Waar doet het pijn?
timer
0:45

Slide 13 - Open vraag

timer
2:00
Ich muss mich übergeben.
Warum gehst du nicht zum Arzt?
Ich habe mich gestern erkältet.
Seit heute morgen.
Löse die Tabletten in Wasser auf.
Was fehlt dir?
Ich habe Halsschmerzen.
Wie lange hustest du schon?
Seit wann bist du wieder gesund?
Wie soll ich dieses Arzneimittel einnehmen?

Slide 14 - Sleepvraag

ademhalen
naakt
de hersenen
der Hals
der Körper
der Muskel
der Nerv
die Stirn
der Rücken
de maag
der Knochen
atmen

nackt

das Gehirn
de keel
het lichaam
de spier

de zenuw

de voorhoofd

de rug
der Magen
het bot

Slide 15 - Sleepvraag

14. Grammatik
A
Wir nehmen beide die Nudeln zum Fleisch.
B
Wir nehme beide die Nudeln zum Fleisch
C
Wir nehmt beide die Nudeln zum Fleisch.
D
Wir nehmst beide die Nudeln zum Fleisch.

Slide 16 - Quizvraag

15. Wo (treffen)....................ihr euch?
A
treffen
B
trifft
C
trefft

Slide 17 - Quizvraag

16. Wir (fahren) ..........morgen nach Deutschland.

Slide 18 - Open vraag

17. (schlafen) Bis wann ........... du?

Slide 19 - Open vraag

18. Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
"Rob .................. (vergessen) oft seine Bücher in der Deutschstunde."

Slide 20 - Open vraag

19. (helfen) ............ du mir dabei?

Slide 21 - Open vraag

20. (zulassen) Das ................ Herr Scholl nie ......

Slide 22 - Open vraag

21. Schrijf de juiste werkwoordsvorm op.
"Ja, ich ........... (sehen) den Mann, aber ich kenne ihn nicht."

Slide 23 - Open vraag

22. Schrijf de juiste werkwoordsvorm op.
"(Halten)................ du meine Tasche mal fest, bitte?"

Slide 24 - Open vraag

23. (geben) Der Arzt ............... Sarah eine Spritze

Slide 25 - Open vraag

24. Wähle die richtige Antwort.
"Putzt du zwei mal am Tag deine..."
A
Muskeln?
B
Nerven?
C
Stimme?
D
Zähne?

Slide 26 - Quizvraag

25. Wähle die richtige Antwort.
"...ist der wichtigste Muskel im ...."
A
Auge/Fuß
B
Herz/Körper
C
Zunge/Mund
D
Gehirn/ Finger

Slide 27 - Quizvraag