regeling Havo 4

H4 REGELING van processen in het lichaam
Hormoonstelsel -->
regelt allerlei langzame en langdurige processen in het lichaam

Zenuwstelsel -->
regelt allerlei snelle en kortstondige processen in het lichaam
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 REGELING van processen in het lichaam
Hormoonstelsel -->
regelt allerlei langzame en langdurige processen in het lichaam

Zenuwstelsel -->
regelt allerlei snelle en kortstondige processen in het lichaam

Slide 1 - Tekstslide

hoe werkt ADH?

Slide 2 - Tekstslide

bloedsuiker
glycogeen: lever zet glucose om in glycogeen (dit is beter verhoogt osmotische waarde in cellen niet).
glucose: suiker verbinding. dit bepaald de bloedsuiker in je lichaam.

de alvleesklier maakt insuline aan dit gebeurt in de eilandjes van langerhans. maar maakt ook glucagon aan.
insuline:  verlaagd de bloedsuikerspiegel. insuline werkt als een sleutel op een cel. ze openen de toegang voor glucose in de cellen (dit is nodig voor verbranding).
glugacon: verhogen bloedsuiker. glugacon zet glycogeen wat opgeslagen ligt in de levercellen om tot glucose.


Slide 3 - Tekstslide

bloedsuiker

Slide 4 - Tekstslide

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoelen:
Zenuwstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel

Perifere zenuwstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Centraal Zenuwstelsel
Grote hersenen: 
bewustzijn, zintuiglijke waarneming
en bewuste bewegingen
Kleine hersenen: 
coördinatie van bewegingen
Hersenstam
verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg functie bij reflexen in hoofd- en halsgebied
Ruggenmerg: 
verbinding van organen met hersenen
 functie bij reflexen van romp en ledematen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Prikkels van buiten  -->
Impulsen lopen over de zenuwen

Slide 10 - Tekstslide

Bouw van zenuwcellen:
Dendrieten - Cellichamen - Axon

Gevoelszenuwcel



Bewegingszenuwcel                                                                                  Schakelzenuwcel

Slide 11 - Tekstslide

- impuls naar hersenen
- verwerking in hersenen
- impuls terug

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ruggenmerg

Slide 14 - Tekstslide

Reflexboog

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 16 - Quizvraag

Welke orgaan zou je overslaan bij een reflex?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het nut van reflexen?

Slide 18 - Open vraag

Quiz-vragen

Slide 19 - Tekstslide

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls? (kies 2 antwoorden)
A
Een prikkel is informatie uit de omgeving
B
Een impuls is informatie uit de omgeving
C
Een prikkel is een elektrisch stroompje
D
Een impuls is een elektrisch stroompje

Slide 21 - Quizvraag

Welke type zenuw cel ligt volledig in het centrale zenuwstelsel?
A
Sensorische zenuwcellen
B
Schakel zenuwcellen
C
Motorische zenuwcellen

Slide 22 - Quizvraag

Welke soort
zenuwcel bevindt bij 1?
A
Sensorische zenuwcel
B
Motorische zenuwcel
C
Schakelcel
D
Zowel sensorisch als motorisch

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet de zenuwcel waar de bewegingsinformatie naar toe wordt gestuurd?
A
sensorische zenuwcel
B
schakelcel
C
Motorische zenuwcel
D
gevoelszenuwcel

Slide 24 - Quizvraag

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 25 - Quizvraag

Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon

Slide 26 - Quizvraag

Welk type zenuwcel vervoert de impulsen vanaf de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel
D
Spiercel

Slide 27 - Quizvraag