Jeelo Konijn in de dakgoot
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat heeft de titel van de bron te maken met ons project?
Slide 3 - Woordweb
Bespreek ook of ze het spelletje alleen of met meerderen spelen.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Dag 2
Wat voor soort tekst is dit?
A
Een verhaal
B
Een interview
C
Een nieuwsbericht
D
Een folder
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarvoor werd een 'zandzak' gebruikt?
A
Om huizen mee te bouwen
B
Om de tuinen weer aan te leggen
C
Om te beschermen tegen hoog water
D
Zo wordt iemand genoemd die lui is
Slide 8 - Quizvraag
Dag 2
Wanneer hoor je een 'sirene'?
A
Als de brandweer snel naar een brand moet
B
De eerste maandag van de maand
C
Om aan te geven dat er gevaar dreigt
D
Als de school begint
Slide 9 - Quizvraag
Dag 2
Wat betekent het woord 'dijk'?
A
Een brug die open of dicht gaat
B
Een natuurlijke heuvel met helmgras naast de zee om water tegen te houden
C
Een afscheiding waar een boot over kan varen
D
Een door de mens aangelegde afscheiding tussen water en land
Slide 10 - Quizvraag
Dag 2
Slide 11 - Tekstslide
Dag 3
Denkvraag: Wat deed het konijn uit het verhaal in de dakgoot?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Stel je voor dat het konijn het overleefd. Wat zou hij meegemaakt hebben?
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Denkvraag: Als je je eigen huis zou moeten beschermen, hoe zou je dat doen?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarover verteld Hanneke?
A
over wat er gebeurde voor de storm.
B
over wat er gebeurde tijdens de storm.
C
over wat er gebeurde na de storm.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waardoor bleven het huis en de boomgaard van Hannekes ouders droog?
A
De dijk bij het dorp was niet doorgebroken.
B
Hun dorp lag hoger dan de andere dorpen.
C
De zandzakken hadden het water tegen gehouden.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Zelfs toen begreep nog niet iedereen hoe erg het was' zegt Hanneke. Wie bijvoorbeeld?
A
de man op het vlot
B
de juf
C
de kinderen die 's ochtends niet op school waren
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Heeft Hanneke nu nog last van wat ze heeft meegemaakt?
Slide 18 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
