Wijzen - Zijn


Imperfectum

Welk zin staat in het imperfectum?

A
Hij keek naar mij.
B
Hij heeft naar mij gekeken.
C
Hij kijkt naar mij.
D
Hij had naar mij gekeken.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


Imperfectum

Welk zin staat in het imperfectum?

A
Hij keek naar mij.
B
Hij heeft naar mij gekeken.
C
Hij kijkt naar mij.
D
Hij had naar mij gekeken.

Slide 1 - Quizvraag


Perfectum

Welk zin staat in het perfectum?

A
Ik sliep op de bank.
B
Ik had op de bank geslapen.
C
Ik heb op de bank geslapen.
D
Ik slaap op de bank.

Slide 2 - Quizvraag


Wijzen  Imperfectum
Het kind ... naar de man
zonder mondkapje.



A
wijsde
B
wijste
C
geweest
D
wees

Slide 3 - Quizvraag


Willen Imperfectum
Ik ... dat hij wegging.
(kan op twee manieren)


A
wilde / wou
B
wou / woude
C
wilde / wau
D
wau / waude

Slide 4 - Quizvraag


Winnen Imperfectum
Jullie ... de loterij, maar julie zijn 
nog steeds niet gelukkig.


A
winden
B
windden
C
wonnen
D
wonden

Slide 5 - Quizvraag


Worden  Perfectum
Ik ... door corona
heel voorzichtig ...

A
heb ... geweest
B
heb ... geworden
C
ben ... geweest
D
ben ... geworden

Slide 6 - Quizvraag


Zeggen  Imperfectum
Dat ... je al.


A
zegde
B
zegte
C
zij
D
zei

Slide 7 - Quizvraag


Zien Imperfectum
Jij .... me wel, maar je keek
snel de andere kant op. 


A
zieg
B
zag
C
zagde
D
zeg

Slide 8 - Quizvraag


Zijn Perfectum
De kinderen ... hier niet ... 


A
hebben ... geweest
B
zijn ... geweest
C
hebben ... geworden
D
zijn ... geweesd

Slide 9 - Quizvraag



Dit is
A
Adolf P.
B
Anton Z.
C
André K.
D
Alper P.

Slide 10 - Quizvraag