Les 2 - projet - décrire ton idole - m2


Projet 2 - décrire une personne
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


Projet 2 - décrire une personne

Slide 1 - Tekstslide

les cheveux noirs
le bracelet
les yeux bleus
le manteau
la botte
la casquette

Slide 2 - Sleepvraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Le garçon timide.              De verlegen jongen.
La femme sportive.          De sportieve vrouw.
Les bottes vertes.             De groene laarzen.

Slide 3 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord wat erbij hoort.
Le chapeau noir                    La botte noire       
Les chapeaux noirs             Les bottes noires
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
+ e
Meervoud
+ s
+ es

Slide 4 - Tekstslide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Hoofdregel: een bijvoeglijk naamwoord staat achter een zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld: La chemise rouge.

Er zijn uitzonderingen waarbij het bijvoeglijk naamwoord wel voor het zelfstandig naamwoord staan:


groot
grand / grande
klein
petit / petite
mooi
beau / belles
goed
bon / bonne
oud
vieux / vieille
nieuw
nouveau / nouvelle

Slide 5 - Tekstslide

1.                           Omar Sy est un ____________  homme ____________.

2.                           Je porte un ____________ collier ____________.

3.                           MBappé est une ___________ personne ___________.

4.                           Hier encore est une ___________ chanson ___________
Zet de bijvoeglijke naamwoorden op de juiste plek.
grand
beau
sportive
belle

Slide 6 - Sleepvraag

une jupe _______
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires

Slide 7 - Quizvraag

un manteau
A
gris
B
grise
C
grises

Slide 8 - Quizvraag

une _______ montre
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 9 - Quizvraag

une _________ boucle d'orreille
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 10 - Quizvraag

Les filles sont ______
A
sportif
B
sportive
C
sportifs
D
sportives

Slide 11 - Quizvraag

La voiture est
A
joli
B
jolie
C
jolis
D
jolies

Slide 12 - Quizvraag

Exercice d'écoute

Slide 13 - Tekstslide

Expression écrite
Je bent afgelopen weekend in Parijs
bestolen. Om aangifte te kunnen doen, 
moet je de persoon omschrijven. 

Beschrijf de persoon op het plaatje in
het Frans op het aangifteformulier.

Slide 14 - Tekstslide

Vocabulaire
Apprendre sur StudyGo:
Décrire une personne

Classroom:
Mavo 2 - projets
2. Décrire une personne -> vocabulaire

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs
Faire
Neem de volgende les je opgeladen chromebook weer mee.

Apprendre
De woorden uit de map 'Décrire une personne' op StudyGo. 
néerlandais > français

Slide 16 - Tekstslide