6.6 en 6.7
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Dieren behoren tot de reducenten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Cactussen slaan water op in hun bladeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo klein mogelijk te maken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Honden en katten zijn zoolgangers.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Een alleseter is een dier dat alle soorten planten in zijn gebied eet
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De tweede schakel in een voedselketen kan een plantensoort zijn.
A
Juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Het dier in de afbeelding kan zich goed verplaatsen op een zachte ondergrond.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Kikkervisjes eten alleen producenten. Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Alleseters
B
Planteneters
C
Vleeseters
Slide 11 - Quizvraag
Welk organisme is een producent?
A
Kip
B
Konijn
C
Paardebloem
D
Slak
Slide 12 - Quizvraag
Hoe wordt een verzameling van organismen in een bos genoemd?
A
populatie
B
levensgemeenschap
C
ecosysteem
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat hoort er in vak 1 te staan?
A
Waterdamp
B
Wolken
C
Neerslag
D
land
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort er in vak 3 te staan?
A
Waterdamp
B
Wolken
C
Neerslag
D
Land
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat hoort er op plek P?
A
Producenten/planten
B
consumenten/dieren
C
reducenten
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort er op plek Q?
A
Producenten/planten
B
consumenten/dieren
C
reducenten
