Herhaling

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Herhaling
  • A+ persoon als lijdend vw
  • Pretérito indefinido onregelmatige w.w. p.33. p.102
  • Mi períodico Digital p.22 & p. 23 en p.36 & p. 37
  • Tekstboek: p. 30 & p. 31
  • Opdracht 1: tweetallen
  • opdracht 2 & 3

Slide 4 - Tekstslide

Reporteros 3: Samenvatting

  • El pretérito indefinidlo
  • Tijdsaanduidingen
  • Het voortzetsel a + persoon als lijdend voorwerp
  • Tijdsduur 
  • Het voornaamwoorden 
  • Combinatie van voornaamwoorden
  • De aanwijzende voornaamwoorden
  • No solo...., sino que (también)
  • Woordenlijst, pagina 123-124

Slide 5 - Tekstslide

Aquí y Ahí

¿Cuándo usamos los demostrativos?
  • Aquí, indica el lugar en el que está el que habla.

  • Ahí, un lugar qué está distancia media osea algo alejado. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden Indefinido
Signaalwoorden Imperfecto
Ayer
Antes
Cuando era pequeño..
Todos los domingos
En 2018
Cada verano
En marzo
El mes pasado

Slide 12 - Sleepvraag

¿Cuándo es tu cumpleaños?
¿En qué estación es tu cumpleaños?
¿En qué mes es tu cumpleaños?
Mi cumpleaños es en verano
Mi cumpleaños es en enero
Mi cumpleaños es el 6 de enero.

Slide 13 - Sleepvraag

¿Dónde…?
¿Cuándo…?
¿Cómo…?
¿Cuánto/a/
os/as…?
¿Por qué…?
¿Quién/
quiénes…?
Waar...?
Wanneer...?
Hoe...?
Hoeveel...?
Waarom...?
Wie...?

Slide 14 - Sleepvraag

¿cómo?
¿qué?
¿cuánto?
¿quién?
¿dónde?
¿cuándo?
¿cuál?
wie
hoe
waar
wanneer
hoeveel
wat
welk

Slide 15 - Sleepvraag