02/10 Chapitre 1C/vervolg D

Bienvenue
Aujourd'hui : 2 octobre 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue
Aujourd'hui : 2 octobre 

Slide 1 - Tekstslide

Prenez vos affaires:
 vos livres - boek
vos cahiers-  schrift
vos stylos- pen
vos tablettes-  I-pad

Slide 2 - Tekstslide

DAGOPENING 1/3/psaume 117
Nations, louez le Seigneur,
Peuples, chantez à son honneur.
Pour nous, ses soins et son amour,
Se renouvellent chaque jour;
Et sa constante vérité,
Demeure à perpétuité.

Slide 3 - Tekstslide

DAGOPENING 2/3/psalm 117
 Breng, volken, hulde aan de HEER.
Erken Hem, landen, geef Hem eer,
want Hij is overweldigend goed;
zijn liefde straalt ons tegemoet.
Zijn trouw duurt tot in eeuwigheid.
Lof aan de HEER, nu en altijd!

Slide 4 - Tekstslide

DAGOPENING 3/3
Gebed:
Trouwe God, dank U dat U voor ons zorgt.
Dat U goed voor ons bent. Dat wij dat zeker mogen weten.
Daarvoor dank ik U en loof ik Uw grote naam.
Amen

Slide 5 - Tekstslide

Regels en uitleg
In de klas zijn we stil. Vragen? Steek je vinger op!

Je spullen leg je op tafel. Iets vergeten? Meld het!
Blijf zitten tot de bel gaat en ga pas inpakken als het mag! Schuif je stoel aan!
Geen mobieltjes en jassen in de klas!!



Slide 6 - Tekstslide

Grammatica
Herhaling le, la en l'
Page 33-- Meervoud van zelfstandige naamwoorden /Lezen groene deel/ uitleg en kijken (zie onder)
Video  (video 16C) Evt. Youtube
Evt. word

Slide 7 - Tekstslide

Lidwoorden
Le ,La, L', Les

Wanneer gebruiken we deze lidwoorden??
(word)

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Wat is een zelfstandignaamwoord?
Le voor mannelijk
La voor vrouwelijk
L' voor mannelijk of vrouwelijk
Bij stomme h, of een klinker (o, a, e, i, u)

Slide 9 - Tekstslide

Prends le livre
Pak het boek
Page 30
C- Phrases-clés et parler

Slide 10 - Tekstslide

Buts:   
-Je kunt iemand begroeten en jezelf voorstellen
-je weet hoe je de h uitspreekt en hoe je een d, t en s aan het einde van een zin uitspreekt

Slide 11 - Tekstslide

Page 30
Excercice 13A
Lis le tuyau en uitleg
13 B: Wie probeert het?!!
13C: Luisteren en herhalen

Slide 12 - Tekstslide

Page 54 C-Phrases-clés
Entendre, répéter , lire

Slide 13 - Tekstslide

Met je buurman/buurvrouw
Uitleg
Page 30 //13 D --alle phrases-clés (ook van page 54)
excercice 14 -- page 14
oefen samen een gesprek
Wie laat het horen??

Slide 14 - Tekstslide

Les
Meervoud:
2 stappen om een z.n.w. in meervoud te zetten in het Frans:
1: lidwoord le, la, of l' wordt Les
2. Achter het z.n.w. komt een s
La valise/les valises

Slide 15 - Tekstslide

Boeken dicht
Beurten over A en B
le copain, le lapin, je suis
quand
pourquoi
on va a

Slide 16 - Tekstslide

Boeken dicht
I-pad - Lessonup

Slide 17 - Tekstslide

il joue
A
hij loopt
B
hij speelt
C
zij neemt
D
zij droomt

Slide 18 - Quizvraag

de kat
A
le chien
B
le cheval
C
le chat
D
l'animal

Slide 19 - Quizvraag

le poisson
A
de vergiftiging
B
het gif
C
de vis
D
de vissen

Slide 20 - Quizvraag

maintenant
A
hier
B
daar
C
zo
D
nu

Slide 21 - Quizvraag

le lapin
A
de hond
B
het strand
C
het hert
D
het konijn

Slide 22 - Quizvraag

j'habite
A
ik leef
B
ik woon
C
ik heet
D
ik ga

Slide 23 - Quizvraag

je suis
A
ik ben
B
hij is
C
wij zijn
D
jullie zijn

Slide 24 - Quizvraag

morgen
A
midi
B
soir
C
demain
D
bienvenue

Slide 25 - Quizvraag

wanneer
A
comment
B
quoi
C
si
D
quand

Slide 26 - Quizvraag

cool
A
koel
B
te gek
C
bizar
D
kool

Slide 27 - Quizvraag

wat komt ervoor?
le of la
......fille
A
les
B
la
C
l'
D
le

Slide 28 - Quizvraag

Wat komt ervoor
monsieur (=meneer)
A
la
B
les
C
le
D
l'

Slide 29 - Quizvraag

Als er nog tijd is : page 33
Een ; un of une (z.n.w. enkelvoud)
Zelfstandig naamwoord mannelijk: un (dus le chien /de hond wordt un chien/een hond)
Zelfstandig naamwoord vrouwelijk: (dus la plage/het strand wordt une plage/een strand)

Slide 30 - Tekstslide

Leren page 52 en 54
A,B en C

Slide 31 - Tekstslide

Les devoirs
Het huiswerk:
-meenemen: een schrift, pen, boek en I-pad
Leren (apprendre): Vocabulaire(woordjes en zinnen) A (page52) en C (page 54) (N-F en F-N)


Gebruik slim stampen! (beurt/quiz)

Slide 32 - Tekstslide