3.4 Energie en vermogen

Energie en vermogen

Pfff, ik heb even geen energie meer...

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Energie en vermogen

Pfff, ik heb even geen energie meer...

Slide 1 - Tekstslide

Vermogen

Om iets te doen, heb je energie nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Vermogen

Om iets te doen, heb je energie nodig.

Om te bepalen hoeveel energie nodig is, kijk je naar het vermogen:

De hoeveelheid energie die per s wordt omgezet

Slide 3 - Tekstslide

Vermogen

Om iets te doen, heb je energie nodig.

Om te bepalen hoeveel energie nodig is, kijk je naar het vermogen P :

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

energie

tijd

Slide 4 - Tekstslide

Vermogen

Om iets te doen, heb je energie nodig.

Om te bepalen hoeveel energie nodig is, kijk je naar het vermogen P :

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

energie: J(oule)

tijd: s(econde)

W(att)

Slide 5 - Tekstslide

Een apparaat zet 18 000 J om in 1 minuut. Bereken het vermogen.

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

18000 W

300 W

0,0033 W

3000 W

Slide 6 - Quizvraag

Een wasmachine van 2,5 kW draait 2 uur. Bereken hoeveel energie de wasmachine omzet ("verbruikt").

5 J

5.000 J

18.000 J

18.000.000 J

Slide 7 - Quizvraag

Vermogen

Zoals je ziet gaat het bij apparaten vaak om vele J. Daarom is het vaak handiger om te rekenen met de eenheid kWh: 1 kWh = 3.600.000 J.

Opdracht: Laat zien dat 1 kWh gelijk staat aan 3.600.000 J.

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

Slide 8 - Tekstslide

Vermogen

Zoals je ziet gaat het bij apparaten vaak om vele J. Daarom is het vaak handiger om te rekenen met de eenheid kWh: 1 kWh = 3.600.000 J

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

energie: kWh

tijd: h

vermogen: kW

Slide 9 - Tekstslide

Een wasmachine van 2,5 kW draait 2 uur. Bereken hoeveel energie de wasmachine omzet ("verbruikt").

5 kWh

1,25 kWh

5.000 kWh

1.250 kWh

Slide 10 - Quizvraag

Energieprijs

De huidige energieprijs is 0,84 euro per kWh.

Bereken hoeveel het kost aan elektriciteit om een was te draaien.
Een gemiddeld huishouden draait 156 wasjes per jaar. Bereken hoeveel het per jaar kost om de was te doen.

Slide 11 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Slide 12 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Spanning U: energie per lading

Stroomsterkte I: lading per s

Slide 13 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Spanning U: energie per lading

Stroomsterkte I: lading per s

Energie per s

Slide 14 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Spanning U: energie per lading

Stroomsterkte I: lading per s

Energie per s: Vermogen!

Slide 15 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Elektrisch vermogen:

P = U \cdot I

Slide 16 - Tekstslide

Elektrisch vermogen

Elektrisch vermogen:

P = U \cdot I

Slide 17 - Tekstslide

Bereken de maximale stroomsterkte door deze broodrooster

100 A

10 A

0,64 A

147 A

Slide 18 - Quizvraag

Zelf aan de slag

Opdrachten: 50, 52, 57, 58, 59, 60

Slide 19 - Tekstslide

3.4 Energie en vermogen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

6.5 Elektrische energie

6.5 Elektrische energie

6.5 elektrische energie

6.5 elektrische energie

6.5 elektrische energie

H3 - §3.4 Energie en Vermogen

Elektrische Energie

6.5 Elektrische energie