Een patiënt mag weg uit het ziekenhuis. De nacht dat hij thuis komt, moet er nog 1 liter
sondevoeding toegediend worden. Jij bent als wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor de
juiste toediening. In de avond, om 20.00 uur, ga je naar de patiënt toe om de sondevoeding
aan te koppelen. De ochtend erna om 08.00 uur koppel je deze weer af.
- Breng de neus/maagsonde in.
- Op hoeveel milliliter stel je de pomp in?
2. Diezelfde dag blijkt dat je 20.00 uur niet gaat halen. Hierdoor kom je een uur later bij meneer aan. Op welke snelheid zet je de pomp dan?