Woordenschattoets blok Bijzondere gebouwen - groep 6

WOORDENSCHATTOETS
BIJZONDERE GEBOUWEN
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WOORDENSCHATTOETS
BIJZONDERE GEBOUWEN

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
       In deze toets krijg je:

       4 meerkeuzevragen, 
       4 betekenisvragen
       4 invulzinnen, en
       4 denkvragen.

Tijd over? Maak dan de bonusopdracht en laat zien wat je nog meer weet! 
Klaar om te testen hoe goed je de woorden van het blok
'Bijzondere gebouwen' kent?
Let op bij de denkvragen: geef antwoord op de manier zoals je hebt geleerd uit de hand-out 'Denkvragen beantwoorden'!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent het woord 'het imago'?
A
je naam
B
het beeld dat we van iets of iemand hebben
C
het plaatje
D
wat je van iemand vindt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent 'bestand zijn tegen'?
A
ergens tegen kunnen
B
bestanden van de computer downloaden
C
ergens niet tegen kunnen
D
ergens tegen zijn

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent het woord 'benutten'?
A
nuttig
B
niet goed gebruiken
C
goed gebruiken
D
verspillen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent het woord 'de bestemming'?
A
een plan om iets te veranderen
B
waar iets van gemaakt wordt
C
een vakantie
D
waar iets voor gebruikt wordt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Geef de betekenis van het woord 'de editie'.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Geef de betekenis van het woord 'zelfvoorzienend'.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Geef de betekenis van het woord 'innovatief'.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Geef de betekenis van 'in eerste instantie'.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden ontbreken in deze zin?
Type je antwoord in één keer, klik op 'verstuur' en ga daarna met het pijltje naar de volgende vraag.
Er is geen park in ……  ….………… van mijn huis. Ik moet mijn hond dus altijd uitlaten op het grasveldje bij de school.​


Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voor het bouwen van een stevig huis is een betonnen basis ……………………...., anders verzakt het huis heel snel.



Welk woord ontbreekt in deze zin?
Type je antwoord, klik op 'verstuur' en ga daarna met het pijltje naar de volgende vraag.

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies




………………………………… hebben heel veel huizen zonnepanelen op hun dak. Tien jaar geleden was dat  veel minder.



Welk woord ontbreekt in deze zin?
Type je antwoord, klik op 'verstuur' en ga daarna met het pijltje naar de volgende vraag.

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de grote oefening van de brandweer, de politie en het ziekenhuis, werd een noodgeval ……………………… Gelukkig was het niet echt!



Welk woord ontbreekt in deze zin?
Type je antwoord, klik op 'verstuur' en ga daarna met het pijltje naar de volgende vraag.

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Door wie laat jij je inspireren als je bedenkt wat je later wilt worden?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Op welke manier kun jij bijdragen aan het schoonhouden van je buurt?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Zou jij het leuk vinden om heel afgelegen te wonen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Op welke manier zou jij lege melkpakken kunnen hergebruiken?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

       
                  In de volgende dia vind je een MEMORY-opdracht:

        Als je rechts op de rode hotspots klikt, zie je dbetekenis van de
        vijf woorden in de beige vakken.

        Klik je rechts op de gele hotspots, dan verschijnen er in de witte
        cirkel afbeeldingen die met één van de woorden in de beige vakken
        te maken hebben.

        Schuif steeds één rode + één gele hotspot naar het juiste woord in 
       de beige vakken. Klik vóór het slepen eerst de hotspot dicht!
DE BONUSOPDRACHT

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het viaduct
omringd door
het ontwerp
opwekken
monteren
aan iets vast maken
de brug over een weg heen
de tekening die laat zien hoe iets gaat worden
zorgen dat het er komt
als iets er helemaal omheen zit of staat

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met de toets.
Je leerkracht kijkt hem voor je na.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies