Stv les 1: Hoe organiseer ik mijn agenda?

Les 1 
Hoe organiseer ik mijn agenda?
Het invullen en gebruiken van de agenda
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1 
Hoe organiseer ik mijn agenda?
Het invullen en gebruiken van de agenda

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je...
  • Je agenda op de juiste manier invullen en gebruiken. 
  • Je huiswerk en vrijetijdsbestedingen efficiënt plannen met behulp van een 4-stappenplan. 
  • Je tas correct inpakken aan de hand van je rooster.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het gebruiken van een agenda?

Slide 3 - Woordweb

Agenda gebruiken
De agenda gebruik je dagelijks voor het noteren van vakken, huiswerk en toetsen. Je kunt niet alles uit je hoofd weten! Dagelijkse notities in agenda: vakken, huiswerk, toetsen.

Het rooster schrijf je voorin de agenda. 
Je gebruikt je agenda als hulpmiddel voor het organiseren van tijd. Daarvoor is het belangrijk dat je afspraken, het huiswerk en je rooster noteert.

Wees consistent (doe steeds hetzelfde).
Gebruik steeds dezelfde afkortingen voor vakken en het noteren van het huiswerk. 


Slide 4 - Tekstslide

Het noteren van huiswerk en toetsen
Zoals eerder verteld is het belangrijk dat je consistent bent bij het invullen van je agenda. 

  • Gebruik steeds dezelfde afkortingen. 
Nederlands = ne. Andere afkortingen voor het invullen van je agenda:
leren = l                      paragraaf = §            bladzijde = blz      maken = m      
opdracht = opdr       opgave = opg            lezen = lz               hoofdstuk = hs
  • Schrijf je huiswerk bij de volgende keer dat je het vak weer hebt.
Bij het juiste vak, op het juiste uur, op de juiste datum!
  • Toetsen schrijf je bij de datum waarop je de toets gaat maken. Je hebt proefwerken (PW) en schriftelijke overhoringen (SO). 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf je rooster voorin je agenda (overzicht van vakken, leraren en lokalen):
  • Schrijf de naam van het vak bij het juiste lesuur.
     Gebruik steeds dezelfde afkortingen: Nederlands = ne.
  • Noteer het lokaal achter het vak.

Slide 6 - Tekstslide

Het 4-stappenplan
Methode om huiswerk te plannen, uit te voeren en te evalueren.

  • Stap 1: Noteer je huiswerk
  • Stap 2: Plan je huiswerk
  • Stap 3: Nummer de taken en maak het huiswerk
  • Stap 4: Afronden

Slide 7 - Tekstslide

Tas inpakken
Tas de avond vooraf inpakken volgens je rooster.

  • Etui
  • Schriften
  • (Werk)Boeken


Dit zit altijd in je tas:
opgeladen laptop, agenda, pennen, potloden en gum en je geodriehoek.

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
1. Gebruik een week lang je agenda om:
  • Al je huiswerk te noteren.
  • Al je vrijetijdsbestedingen te noteren op de juiste dag en tijd.
  • Het 4-stappenplan te volgen.

2. Laat aan jouw ouders zien hoe je het huiswerk noteert en hoe je de planning van het maakwerk en leerwerk noteert. Bespreek ook met je ouders wat je fijn vindt als ondersteuning vanuit thuis.


Slide 9 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten

Slide 10 - Open vraag