Vergeetachtigheid: Mensen met dementie vergeten vaak recente gebeurtenissen of informatie. Ze kunnen dezelfde vragen herhalen en afhankelijk worden van geheugensteuntjes
Herkennen: onvermogen om objecten, geluiden, geuren of gezichten te herkennen, ondanks dat de zintuigen intact zijn (agnosie)
Problemen met dagelijkse handelingen: Het uitvoeren van alledaagse taken, zoals koken of geldzaken regelen, wordt moeilijker (apraxie)
Desoriëntatie in tijd en plaats: Mensen kunnen de weg kwijtraken, vergeten waar ze zijn of hoe ze daar gekomen zijn
Taalproblemen: Moeite met het volgen van gesprekken, vergeten van woorden of herhalen van zinnen komt vaak voor (afasie, motorisch en sensorisch)
Kwijtraken van spullen: Voorwerpen worden op ongebruikelijke plaatsen gelegd, zoals een portemonnee in de koelkast
Slecht beoordelingsvermogen: Moeite met het nemen van beslissingen en het inschatten van situaties
Terugtrekken uit sociale activiteiten: Mensen kunnen minder deelnemen aan sociale activiteiten en zich meer terugtrekken
Veranderingen in gedrag en karakter: Veranderingen zoals achterdocht, depressie, angst of plotselinge stemmingswisselingen kunnen optreden (decorumverlies, apathie)
Onrust: Constant gevoel van onrust en de behoefte om te bewegen of iets te doen
Problemen met het zien: Moeite met het inschatten van afstanden en het verwerken van visuele informatie