Werkwoorden schrijven (ik, hij, wij)

Werkwoorden in tegenwoordige tijd schrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden in tegenwoordige tijd schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Dansen
Ik:

Opa:

Jullie:

Slide 2 - Tekstslide

Bidden
Ik:

Oma:

Wij:

Slide 3 - Tekstslide

Werken

Slide 4 - Open vraag

Smelten

Slide 5 - Open vraag

Leiden

Slide 6 - Open vraag

Rusten

Slide 7 - Open vraag

Mijn moeder ... ons wel even naar het dorp. (rijden)
A
rijd
B
rijt
C
rijdt
D
rijden

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat ... de wedstrijd Brazilië - Duitsland? (starten)
A
start
B
stardt
C
starten
D
starte

Slide 9 - Quizvraag

Jullie ... niet met elkaar overlegd, of wel? (hebben)
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 10 - Quizvraag