groep 7 Spelling Thema 5 les 13A en 14A
1 / 36
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
0
Slide 6 - Video
Vul 2 woorden in met -ch of -cht
Slide 7 - Woordweb
Zoek de valse
A
Ik verlies bijna mijn evenwigt.
B
Hij zegt dat het niet waar is.
C
Ik zou wel onzichtbaar willen zijn.
D
De nachtegaal zong een mooi lied.
Slide 8 - Quizvraag
Zoek de valse
A
Ik heb veel pech.
B
De goochelaar toverde een konijn uit de hoed.
C
Ik maak het ligt wel aan.
D
We mogen even niet meer juichen.
Slide 9 - Quizvraag
ch
cht
na........
beri......
la......
ka....el
li......aam
na......egaal
vra.......wagen
te.....niek
vru.......t
pe.....
Slide 10 - Sleepvraag
Schrijf je het woord met ch of cht.
beri.......je
beri.......je
A
ch
B
cht
Slide 11 - Quizvraag
Schrijf je het woord met ch of cht
dagto........
dagto........
A
ch
B
cht
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf je het woord met ch of cht
e........o
e........o
A
ch
B
cht
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf je het woord met ch of cht
Ik la......
Ik la......
A
ch
B
cht
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf je het woord met ch of cht
onzi.......baar
onzi.......baar
A
ch
B
cht
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
schrijf het woord op!
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
schrijf het woord op!
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
schrijf het woord op!
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
schrijf het woord op!
Slide 25 - Open vraag
-tie
-ctie
poli___
fun____
a_____
felicita___
infe___
defini___
produ___
defini___
Slide 26 - Sleepvraag
Maak het woord af
tradi____
tradi____
A
tie
B
ctie
Slide 27 - Quizvraag
Maak het woord af
informa____
informa____
A
ctie
B
tie
Slide 28 - Quizvraag
Maak het woord af
trakta____
trakta____
A
tie
B
ctie
