Formuleringsfouten

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBO

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Formuleringsfouten
Filmpje kijken t/m 6:25
Je leert de verschillen en past het geleerde direct toe in een quiz.
Vrouwelijk/Mannelijk/Onzijdig
Wat/Dat
Zij/Hun/Hen
Waarmee/Met wie

Slide 2 - Tekstslide

Dit buurtschap heeft....inwoners geteld.
A
zijn
B
haar

Slide 3 - Quizvraag

De mediatheek heeft....bezoekers getrakteerd op gebak.
A
zijn
B
haar

Slide 4 - Quizvraag

Spanje heeft....inwoners geteld.
A
zijn
B
haar

Slide 5 - Quizvraag

De faculteit van Groningen heeft .... studenten een brief gestuurd.
A
haar
B
zijn

Slide 6 - Quizvraag

Ajax heeft .... nederlaag geaccepteerd.
A
haar
B
zijn

Slide 7 - Quizvraag

Het mooiste....ik kreeg op mijn verjaardag was een ring.
A
wat
B
dat

Slide 8 - Quizvraag

Het duurste kado .... ik kreeg op mijn verjaardag was een scooter.
A
dat
B
wat

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben vorig jaar niet geslaagd....ik heel jammer vind.
A
wat
B
dat

Slide 10 - Quizvraag

Het schoolsysteem....in Nederland geldt, gaat uit van 5 dagen in de week naar school
A
dat
B
wat

Slide 11 - Quizvraag

Hun of hen?
A
Hij geeft hun advies.
B
Hij geeft hen advies.

Slide 12 - Quizvraag

hen, zij of hun?
..... hebben dat aan mij gegeven.

A
Hen
B
Zij
C
Hun

Slide 13 - Quizvraag

Ik heb veel vertrouwen in hen/hun.
A
hen
B
hun

Slide 14 - Quizvraag

Ik zie.....steeds voorbij lopen.

A
hen
B
hun

Slide 15 - Quizvraag

Zij/hen/hun kiezen dat boek voor zij/hen/hun.
A
Zij/hun
B
Hun/ hun
C
Zij/hen
D
Hun/ hen

Slide 16 - Quizvraag

Zij, hun of hen? ..... docenten geven aan [zij]/[hun]/[hen] het diploma.
A
Zij/zij
B
Hun/hun
C
Hun/hen
D
Zij/hen

Slide 17 - Quizvraag

Hun of hen?
A
Die boeken zijn van hen.
B
Die boeken zijn van hun.

Slide 18 - Quizvraag

"Hulpverleners kunnen..... niet goed bereiken."


A
hen
B
hun

Slide 19 - Quizvraag

Ik vertelde......het nieuws.


A
hen
B
hun

Slide 20 - Quizvraag

Goed of fout?

De klasgenoot waarmee ik huiswerk maakte, is ziek thuis.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
De bijl met wie ik de boom omhakte, heb ik in de schuur gevonden.
B
De bijl waarmee ik de boom omhaktte, heb ik in de schuur gevonden.
C
De bijl waarmee ik de boom omhakte, heb ik in de schuur gevonden,

Slide 22 - Quizvraag

Waarmee vergelijkt Joost Fortnite?
A
Soldaat X
B
Een acteur uit Tour of Duty
C
een groot billboard
D
Spiderman

Slide 23 - Quizvraag