Introles JAM&ECS 2024/2025

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

  • sich vorstellen
  • Einstufung (taalniveau bepalen)
  • Quiz über Deutschland

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Was ist wahr und was ist falsch?
1. Ich höre gern Musik.
2. Ich gehe gern ins Kino.
3. Ich lese gern.
A
1 is de waarheid, 2 en 3 is een leugen
B
2 is de waarheid, 1 en 3 is een leugen
C
3 is de waarheid, 1 en 2 is een leugen
D
Het is alle drie correct

Slide 4 - Quizvraag

Was ist wahr und was ist falsch?
1. Ich habe in Deutschland studiert.
2. Ich habe in den Niederlanden studiert.
3. Ich habe in Belgien studiert.
A
1 is de waarheid, 2 en 3 is een leugen
B
2 is de waarheid, 1 en 3 is een leugen
C
3 is de waarheid, 1 en 2 is een leugen
D
Het is alle drie niet correct

Slide 5 - Quizvraag

Was ist wahr und was ist falsch?
1. Ich spiele Trompete.
2. Ich spiele Gitarre.
3. Ich spiele Klavier.
A
1 is de waarheid, 2 en 3 is een leugen
B
2 is de waarheid, 1 en 3 is een leugen
C
3 is de waarheid, 1 en 2 is een leugen
D
Het is alle drie niet correct

Slide 6 - Quizvraag


1. Ich kaufe lieber online.
2. Ich gehe lieber ins Geschäft, um zu shoppen.
3. Ich shoppe nicht.
A
1 is de waarheid, 2 en 3 is een leugen
B
2 is de waarheid, 1 en 3 is een leugen
C
3 is de waarheid, 1 en 2 is een leugen
D
Het is alle drie niet correct

Slide 7 - Quizvraag

Wie heißt du?
Wo wohnst du?
Wie alt bist du?
Was ist dein Hobby?
Hast du Geschwister?
Hast du Haustiere?
Ich heiße ....
Ich wohne in Dordrecht
Ich bin ..... Jahre alt.
Ich habe einen Bruder/eine Schwester.
Ich spiele Fußball/ Ich mache Sport./Ich reise gern.
Ich habe einen Hund/eine Katze.

Slide 8 - Sleepvraag

Wie heißt du?

Slide 9 - Open vraag

Wie viele Geschwister hast du? Antworte auf Deutsch.

Slide 10 - Open vraag

Welche Hobbys hast du?
Antworte auf Deutsch.

Slide 11 - Open vraag

Welche Sprachen sprichst du?
Antworte auf Deutsch.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Quiz über Deutschland

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel landen grenzen aan Duitsland? (kun jij ze opnoemen?)

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de goede volgorde van de kleuren van de Duitse vlag?
A
A
B
B
C
C
D
Geen van de drie

Slide 18 - Quizvraag


Hoeveel inwoners heeft Duitsland ongeveer?
A
18 miljoen
B
83 miljoen
C
46 miljoen
D
125 miljoen

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel keer is Duitsland groter dan Nederland?
A
2 keer
B
4 keer
C
8 keer
D
14 keer

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet deze meneer?
A
Mark Rutte
B
Olaf Scholz
C
Macron
D
Ötzi

Slide 21 - Quizvraag

In welke stad vind je dit momument?
A
Hamburg
B
Berlijn
C
Dresden
D
Frankfurt

Slide 22 - Quizvraag

Welk gebouw zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
das Brandenburger Tor
C
der Bundestag
D
der Berliner Dom

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 24 - Quizvraag

Uit welke stad komt Haribo?

A
Keulen
B
Bonn

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn

Slide 26 - Quizvraag

Welk supermarktketen vind je niet in Duitsland?
A
ALDI
B
Jumbo
C
Edeka
D
Lidl

Slide 27 - Quizvraag

Welke voetbalclub komt uit Duitsland?
A
Real Madrid CF
B
Manchester United
C
FC Bayern München
D
FC Basel

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10

Slide 29 - Quizvraag

Met welke munteenheid wordt in Duitsland betaald?
A
Pfund
B
Euro
C
Mark
D
Dollar

Slide 30 - Quizvraag

Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
Bretzel

Slide 31 - Quizvraag

Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Ferrari
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 32 - Quizvraag

Welke sportmerken zijn Duits?
A
Adidas & Puma
B
Puma & Umbro
C
Adidas & Nike

Slide 33 - Quizvraag

Klassendeutsch

Slide 34 - Tekstslide

Je weet niet hoe je iets in het Duits moet zeggen.
Je wilt een vraag stellen.
Je snapt de oefening in het boek niet...
Kunt u dat aub herhalen?
Je moet nodig naar de wc!
Je bent te laat.
Je komt binnen en begroet je lerares Duits.
Wie sagt man das auf Deutsch?
Ich habe eine Frage....
Können Sie diese Aufgabe bitte erklären?
Können Sie das bitte wiederholen?
Darf ich bitte zur Toilette?
Entschuldigung,dass ich so spät bin!
Guten Morgen / Guten Tag !

Slide 35 - Sleepvraag

EN DE BELANGRIJKSTE!!!

Het is niet erg om een fout te maken! Van fouten maken groei je!

Slide 36 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 37 - Tekstslide

Deutsche Bundesländer

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide