In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Normaal gedrag
IBS Ik en het Publiek DV22
Slide 1 - Tekstslide
Wat is gedrag?
Slide 2 - Woordweb
Wat is gedrag?
Alle handelingen die door een dier worden uitgevoerd.
Gedrag is er nooit zomaar, het komt altijd ergens vandaan.
Gedrag is een reactie op prikkels. Dit kan bewust of onbewust zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Natuurlijk gedrag
Gedrag dat is aangepast aan de natuurlijke omstandigheden waarin het dier leeft, en helpt het dier te overleven.
Wat voor functie heeft natuurlijk gedrag?
Natuurlijk gedrag zorgt ervoor dat het dier kan overleven in zijn omgeving.
Slide 4 - Tekstslide
We verdelen natuurlijk gedrag onder in verschillende categorieën;
Sociaal gedrag
Eetgedrag of foerageergedrag
Vluchtgedrag
Comfortgedrag
Voortplantingsgedrag
Exploratiegedrag
Rustgedrag
Slide 5 - Tekstslide
Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag wat
dieren vertonen met soortgenoten
of niet-soortgenoten.
Is erg afhankelijk van groepsgrootte
en samenlevingsvorm (o.a. solitair levend, paarvorming,
harem)
Slide 6 - Tekstslide
Sociaal gedrag
Bij sociaal gedrag kun je denken aan spelen, poetsen, verzorgen, communicatie, etc.
Wat is de functie van sociaal gedrag?
Rangorde of hiërarchie bepalen
Verzorging van soortgenoten
Waarschuwen voor gevaar
Overleven als groep
Voorkomen van problemen binnen de groep
Slide 7 - Tekstslide
Eetgedrag is erg afhankelijk van de samenlevingsvorm en het soort dier!
Eetgedrag of foerageergedrag
De manier waarop dieren hun eten zoeken, vinden en opeten.
Slide 8 - Tekstslide
Welk soort eetgedrag past bij welk dier?
Jaagt met een groep. Ze volgen een groep dieren dagen lang en wachten tot ze een kans zien om een dier aan te vallen.
Jaagt solitair (alleen). Het dier jaagt zijn prooi op naar een plek waar deze moeilijk kan ontsnappen. Als het dier een prooi heeft gehangen, neemt hij deze mee om op een rustige plek op te eten.
Jaagt solitair (alleen). Het dier jaagt door zijn prooi te besluipen. Prooien worden vaak gevangen bij riviertjes.
Slide 9 - Sleepvraag
Vluchtgedrag
Vluchtgedrag is wat prooidieren inzetten op het moment dat er gevaar dreigt.
Hoe kun je als dierverzorger rekening houden met het vluchtgedrag van een dier?
Slide 10 - Tekstslide
Comfortgedrag
Dit vertonen dieren om zich prettig te voelen. Bijvoorbeeld;
Kippen die een zandbad nemen
Koeien die gebruik maken van een schuurborstel
Slide 11 - Tekstslide
Wat is géén voorbeeld van comfortgedrag?
A
Rekken
B
Wassen
C
Hofmakerij
D
Uitschudden
Slide 12 - Quizvraag
Voortplantingsgedrag
Voortplantingsgedrag vertonen dieren om de soort te laten voortbestaan. Ofwel: om de soort te laten overleven.
Om de voortplanting in gevangenschap te kunnen stimuleren, moeten de de volgende zaken in orde zijn;
Huisvesting
Voeding
Verzorging
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Rustgedrag
Rustgedrag is gedrag waarbij een dier minder actief is.
De leefomstandigheden van het dier zijn bepalend voor hoe dieren rusten, hoe vaak en hoe lang.
Slide 15 - Tekstslide
Exploratiegedrag
Het zoeken naar situaties en het onderzoeken van nieuwe situaties.
Waarom doen dieren dit?
Slide 16 - Tekstslide
Benoem minimaal één ding dat je vandaag geleerd hebt
Slide 17 - Open vraag
Aan de slag!
Waarmee: Verwerkingsopdracht normaal gedrag Waar: Microsoft Teams -> Opdrachten
Heb je de verwerkingsopdracht af? Lever deze dan in via ''Opdrachten'' in ''Teams''. Volgende les kijken we deze gezamenlijk na!