3B - 3-4-2024 - Unit 6 - les 59

Engels
Welcome 3B
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Welcome 3B

Slide 1 - Tekstslide

Unit 6 - Nature
Lesson 59
- Upcoming test: 12/4 Unit 5 & 6
- Learning Goals
- Grammar: bezit (possession)
- Grammar: question tags
- Homework



Slide 2 - Tekstslide

Planning 3rd term
3 tests during the 3rd term

Friday 12 April - Unit 5 + 6

Somewhere in June  - Practical Assignment
Testweek in June - Language Village

Slide 3 - Tekstslide

GOALS
  • Je weet hoe je bezit in het Engels moet aanduiden en je kunt dit toepassen in een zin.
  • Je weet wat question tags zijn en je kunt dit zelf toepassen in een zin.


Slide 4 - Tekstslide

possession
(bezit)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Possession (bezit)

's geeft in het Engels aan dat iets van iemand is

Goed opletten:
In het Nederlands gebruiken we 's om meervoud te schrijven. (pyjama's) In het Engels is dat dus NOOIT zo. 

Slide 7 - Tekstslide

Op een rijtje:
Als je wil zeggen dat iets van iemand is:
  • Enkelvoud --> 's 
  • Meervoud, eindigt op -s --> '

  • Als je wil zeggen dat iets bij/van dingen, dieren of plaatsen is, dan gebruik je '..of...'.

Slide 8 - Tekstslide

Bezit -
Zelfstandig naamwoord en namen in enkelvoud


's komt na het zelfstandig naamwoord : 

Adam's bike
Sarah's house
The girl's t-shirt

Slide 9 - Tekstslide

Bezit -
Zelfstandig naamwoord en namen in meervoud
Bij zelfstandige naamwoorden en namen in het meervoud komt de apostrof na de meervoudsvorm. Engelse meervouden eindigen meestal op een -s.


those girls' pets
the Beatles' albums

the dogs' bones

Slide 10 - Tekstslide

Bezit -
dingen, plaatsen of landen
Bij dingen, plaatsen of landen gebruik je of om bezit aan te geven.


The wheels of the car.
The cities of the United Kingdom.
The door of the house.

Slide 11 - Tekstslide

Posession: which one is correct?
A
My parents' car.
B
My parent's car.
C
The car of my parents.

Slide 12 - Quizvraag

Possession: which is correct?
A
Tess's iPad is gone.
B
Tess' iPad is gone
C
Tess her iPad is gone
D
Tess is her iPad gone.

Slide 13 - Quizvraag

Possession: which is correct?
A
The house's door.
B
The houses door.
C
The door of the house.
D
The houses' door.

Slide 14 - Quizvraag

Possession: which is correct?
A
The children's toys
B
The childrens' toys
C
The children' toys
D
The childrens toys

Slide 15 - Quizvraag

Use the correct form of possession:
Sophie + dog

Slide 16 - Open vraag

Use the correct form of possession:
the pupils + homework

Slide 17 - Open vraag


Miss Steinbusch's shoes.
A
Right
B
Wrong

Slide 18 - Quizvraag


This is John's book.
A
Right
B
Wrong

Slide 19 - Quizvraag


My sisters's names are Pinky and Jaylinn.
A
Right
B
Wrong

Slide 20 - Quizvraag


The teacher's book is very good.
A
Right
B
Wrong

Slide 21 - Quizvraag


The car's tyre is flat.
A
Right
B
Wrong

Slide 22 - Quizvraag


The three sisters' rights are important.
A
Right
B
Wrong

Slide 23 - Quizvraag

Ik kan bezit aanduiden in het Engels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

question tags

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Tags 
Je gebruikt in de tag hetzelfde persoonlijk voornaamwoord als in de zin 
OF  het voornaamwoord dat hoort bij de naam of het woord: 

He
is smart , isn't  he ?
Tom is smart , isn't  he ?

Tom and Jane are smart, aren't they ?
This dog is friendly, isn't it

Slide 27 - Tekstslide

          Je gebruikt not OF in de zin OF in de tag

Slide 28 - Tekstslide

Tags
Staan er 2 werkwoorden in de zin dan herhaal je de eerste. Dus
als er in de zin een hulpwerkwoord staat, zoals een vorm van to be, to have, to do, dan gebruik je dat ook in de tag. 

You have got a  bike,  haven't  you?
James doesn't like horses, does he?

Slide 29 - Tekstslide

Tags
Staat er geen hulpwerkwoord in de zin  dan gebruik je do of does in de aangeplakte vraag. Net als in gewone vragen.

The boys play football, don't they?
She likes to ride her horse, doesn't she?
You know that shop, don't you?
It works fine, doesn't it?

Slide 30 - Tekstslide

Vul aan:
That's right ,________________?
A
is it?
B
isn't it ?

Slide 31 - Quizvraag

Vul aan:
This isn't difficult, ______________?
A
isn't it
B
is it?

Slide 32 - Quizvraag

The Christmas tree is already up, ...?
A
aren't we?
B
isn't it?
C
am I?
D
isn't she?

Slide 33 - Quizvraag

You are my best friend, ...?
A
are we?
B
is he?
C
am I?
D
aren't you?

Slide 34 - Quizvraag

That girl isn't new here, ...?
A
is she?
B
are we?
C
am I?
D
aren't I?

Slide 35 - Quizvraag

Ariana Grande is a singer, ...?
A
isn't she?
B
is he?
C
are you?
D
am I?

Slide 36 - Quizvraag

She doesn't like him......?
A
is she?
B
do you?
C
isn't it?
D
does she?

Slide 37 - Quizvraag

Question tags - I can do that!
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Unit 6 - Nature
Make exercises 20 and 48 (pp.117 and 134-135)

Check exercises 20 and 48


timer
8:00

Slide 39 - Tekstslide

Unit 6 - Nature
If there is time ...

Get your iPad
Ga naar www.quizlet.live en voer de code in
of
scan de QR-code

Slide 40 - Tekstslide

Unit 6 - Nature
Next class on Friday 5 April


Homework
Bring your book (B) and your iPad (with a loaded battery).
                             



Slide 41 - Tekstslide