Windrichtingen, links, rechts, horizontaal en verticaal

Route lezen en beschrijven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Route lezen en beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?
Wat kan ik aan het einde van de les?

Slide 2 - Open vraag

Horizontaal en verticaal

Slide 3 - Tekstslide

Horizontaal, waar denk je aan?

Slide 4 - Woordweb

Verticaal, waar denk je aan?

Slide 5 - Woordweb

Windrichting

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de windrichting naar de juist plaats
Noord
Zuid
West
Oost

Slide 7 - Sleepvraag

Limburg ligt in het...
A
Noorden
B
Westen
C
Zuiden
D
Oosten

Slide 8 - Quizvraag

Groningen ligt in het...
A
Oosten
B
Noorden
C
Zuiden
D
Westen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Waar staat de afkorting N voor?

Slide 11 - Open vraag

Waar staat de afkorting Z voor?

Slide 12 - Open vraag

Waar staat de afkorting O voor?

Slide 13 - Open vraag

Waar staat de afkorting W voor?

Slide 14 - Open vraag

Waar staat de afkorting ZW voor?

Slide 15 - Open vraag

Waar staat de afkorting NW voor?

Slide 16 - Open vraag

Waar staat de afkorting ZO voor?

Slide 17 - Open vraag

Waar staat de afkorting NO voor?

Slide 18 - Open vraag

Welke landen ligt op deze kaart het meest Noordelijk?

Slide 19 - Woordweb

Welke landen ligt op deze kaart het meest Westelijk?

Slide 20 - Woordweb

Welke provincie ligt het meest Zuidelijk?

Slide 21 - Open vraag

Welke provincie ligt het meest Noordelijk?

Slide 22 - Open vraag

Ben je tevreden over hoe je geleerd hebt deze les?

Slide 23 - Open vraag