hv 1.4 Plaatsbepaling

− Je weet welke vier onderdelen een goede kaart moet bevatten.
− Je kunt de legenda gebruiken om gegevens van een kaart te lezen.
− Je kunt de windstreken gebruiken.     - schaal
− Je kunt de locatie van een plaats op aarde beschrijven met behulp van coördinaten en het graadnet.
− Je weet het verschil tussen de absolute en de relatieve ligging.


Lesboek bladzijde 14 en 15
Aardrijkskunde
Werkblad opdracht 1 tot en met 4.
Nog even niet :)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

− Je weet welke vier onderdelen een goede kaart moet bevatten.
− Je kunt de legenda gebruiken om gegevens van een kaart te lezen.
− Je kunt de windstreken gebruiken.     - schaal
− Je kunt de locatie van een plaats op aarde beschrijven met behulp van coördinaten en het graadnet.
− Je weet het verschil tussen de absolute en de relatieve ligging.


Lesboek bladzijde 14 en 15
Aardrijkskunde
Werkblad opdracht 1 tot en met 4.
Nog even niet :)

Slide 1 - Tekstslide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Relatieve ligging
De positie ten opzichte van een andere plaats.

Bijvoorbeeld: 
Ik woon op 10 kilometer afstand van school.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute ligging
De positie van een locatie door middel van geografische coördinaten.

Bijvoorbeeld:
52.152692 N.B. , 5.209291 O.L.

We gebruiken hiervoor het graadnet.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedtecirkels
• Lijnen die van oost naar west gaan heten breedtecirkels of paralellen.
• De evenaar loopt precies op het midden van de aarde. 
• Alles ten noorden hiervan is het noordelijk halfrond.  
• Alles ten zuiden hiervan is het zuidelijk halfrond
Een plaats kan bijvoorbeeld 10°NB of 10°ZB liggen. Dit is ten opzichte van de evenaar.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lengtecirkels
• Lijnen die van de noordpool naar de zuidpool gaan heten lengtecirkels of meridianen.
• De nulmeridiaan loopt precies over het plaatsje Greenwich bij Londen.
• Alles ten westen hiervan is het westelijk halfrond.  
• Alles ten oosten hiervan is het oostelijk halfrond
Een plaats kan bijvoorbeeld 10°WL of 10°OL liggen. Dit is ten opzichte van de nulmeridiaan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 8 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=Y_44D-RdZ3Q
Vragen? :-)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
LB: blz 
Pak je Chromebook en open §1.4

Maak nu opdracht: 1 t/m 5

Huiswerk: geen :-)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies