Bolle lens: S is positief, holle lens S is negatief.
S(dpt)=f(m)1
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm. Bereken de lensterkte.
Gegeven: f = 33 cm = 0,33 m. Want f moet altijd in meters!!
Gevraagd: S = ... dpt
Oplossing:
S = 1 / f
S = 1 / 0,33 = 3,0
Antwoord: S = + 3,0 dpt
Slide 6 - Tekstslide
De brandpuntsafstand van onze ooglens is 16 mm. Bereken de sterkte van onze lens.
Slide 7 - Open vraag
Lenzenformule
f = brandpuntsafstand
v = voorwerpafstand
b = beeldafstand
f1=v1+b1
Slide 8 - Tekstslide
De lenzenformule omschrijven
f1=v1+b1
v1=f1−b1
b1=f1−v1
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
40 cm achter de lens wordt een scherp beeld geprojecteerd. Het voorwerp staat op 1,0 m voor de lens. Bereken de sterkte van de lens.
Slide 10 - Tekstslide
Een projectielens van de beamer heeft een brandpuntsafstand van 15,0 cm. De afstand tussen de lens en de muur is 4,35 m. Bereken de voorwerpsafstand.
f1=v1+b1
[?]1=[?]1+v1
v1=151−4351
v = cm
15
4,35
435
15,5
6,43
0,155
0,643
+
-
:
x
Slide 11 - Sleepvraag
Een voorwerp staat 50 cm voor een lens met een sterkte van 2,4 dpt. Achter de lens ontstaat op een scherm een scherp beeld. Bereken op welke afstand (in meter) dit scherpe beeld ontstaat.
Slide 12 - Open vraag
Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§6.5 opgave 56, 60abc, 61abc, (62) en 64
timer
20:00
Klaar: portfolio opdracht 3 of de bonusopdracht.
Slide 13 - Tekstslide
Rangschikken
Ga op volgorde staan van grootste naar kleinste beeldafstand.