Les 8 novembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Mardi 08 novembre
Le programme pour aujourd'hui :
Introduction à la nouvelle histoire (spreken en schrijven):
- Je kunt een persoon beschrijven door wat hij/ zij draagt: je gebruikt de kleren (vêtements) en kleuren (couleurs);
- Je kunt noemen wat voor stijlkleren je leuk vindt;
- Je kunt nieuwe woorden rond emoties gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs
- tu regardes  les mots de la section A de l'histoire Veux-tu danser ?
- tu fais 4 phrases sur une feuille de papier. Toutes les phrases ont minimum 5 mots. Une phrase avec "le/ un magasin"; "une phrase avec "le/ un sac"; une phrase avec "préfère"; une phrase avec "sourit". 

Slide 3 - Tekstslide

Activité numéro 1

Je kunt een persoon beschrijven door wat hij/ zij draagt: je gebruikt de kleren (vêtements) en kleuren (couleurs).

Slide 4 - Tekstslide

Activité numéro 3
Introduction à la nouvelle histoire. Qu'est-ce que tu vois ?
2 minutes en duo
2 minutes avec la classe


Slide 5 - Tekstslide

On porte des vêtements
Qui porte un pull noir ?
Qui porte une robe bleue ?
Qui porte un tee-shirt ?
Qui porte la couleur verte ?

Slide 6 - Tekstslide

Travail en groupes
Tu fais des groupes de 4 personnes.

Jij beschrijft wat iedereen in jouw groep draagt (tu utilises les vêtements et les couleurs).


timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'ils portent ?

Slide 8 - Tekstslide

Et toi, tu préfères quel style de vêtements ? Le style sportif ? Le style chic ? Un autre style ?
Fais minimum une phrase complète.

Slide 9 - Open vraag

Elle est :
A
embarrassée
B
sarcastique
C
populaire
D
gentille

Slide 10 - Quizvraag

Corrige la phrase :
Elle est embarrassé parce que elle aime une persone en secret.

Slide 11 - Open vraag

Lesdoelen behaald?
- Je kunt een persoon beschrijven door wat hij/ zij draagt: je gebruikt de kleren (vêtements) en kleuren (couleurs);
- Je kunt noemen wat voor stijlkleren je leuk vindt;
- Je kunt nieuwe woorden rond emoties gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll