De machtige god Kronos was getrouwd met zijn zus Rheia. Samen kregen ze kinderen, maar Kronos at hen op, omdat hem was voorspeld dat een van zijn nakomelingen zijn macht zou afnemen. Nadat Rheia zo een aantal kinderen had verloren, wist ze één zoon verborgen te houden. In plaats van de baby gaf ze haar man in doeken gewikkelde stenen, die hij verzwolg. Zo bleef de jonge Zeus in leven. Hij wist zijn vader een drank te geven waardoor hij alle eerdere kinderen uitspuugde. Zeus zette zijn vader af en werd de oppergod. Zijn uitgespuugde broer Poseidon werd god van de zee, broer Hades god van de onderwereld, zus Demeter godin van de landbouw en zus Hestia godin van het haardvuur.
Uit de bron blijkt dat de Griekse goden allemaal familie van elkaar zijn. Welke twee andere kenmerken van de Griekse godsdienst staan in de bron?