Verkeer

Verkeer
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verkeer

Slide 1 - Tekstslide

Verkeer

Slide 2 - Woordweb

Wat is je droomauto?

Slide 3 - Open vraag

5
01 HOE VERPLAATS JIJ JE?
Hoe ga jij meestal naar school?
Te voet
Fiets, step, e-step . . .
Carpoolen
Auto
Openbaar vervoer
Waarom maak je de keuze om op deze manier naar school te gaan? 
Tijdwinst
Milieu
Gezondheid
Veiligheid
Vrijheid
Geen andere optie

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk nu de eerste video. Verkeerskundige Werner De Dobbeleer legt uit waarom jonge mensen vaak betrokken zijn bij ongevallen.
02 HOE VERPLAATS JIJ JE?
9
Op de baan ben je bijna nooit alleen. Je deelt die met andere weggebruikers, die bovendien andere vervoersmiddelen gebruiken. Je krijgt daardoor een mix van voetgangers, fietsers, brommers, auto’s en bussen. Om die mix in goede banen te leiden zijn er verkeersregels gemaakt, zodat iedereen veilig kan bewegen.


Wist je dat jongeren vaker het slachtoffer zijn van verkeersongelukken dan oudere mensen? Vaak is dit omdat ze nog moeten wennen aan het verkeer. Daarom is het belangrijk dat iedereen de regels kent en ze ook opvolgt.

Slide 5 - Tekstslide

De openbare weg

Slide 6 - Tekstslide

De plaatsen op de openbare weg
voetpad
rijbaan
berm
fietspad

Slide 7 - Sleepvraag

De weggebruiker
Bus - chauffeur
Voetganger
Rolschaatser
Fietser, 8 jaar

Slide 8 - Sleepvraag

De weggebruiker
gespan
bakfiets
Vrachtwagen
bromfiets

Slide 9 - Sleepvraag

Voetgangers

Slide 10 - Tekstslide

Voetganger
Voetganger
Voetganger
Voetganger
Bestuurder
Voetganger of bestuurder?

Slide 11 - Tekstslide

Bestuurder
Bestuurder
Bestuurder
Voetgangers
Voetganger of bestuurder?

Slide 12 - Tekstslide

Welk bord staat bij de oversteekplaats?

Slide 13 - Poll

Hoeveel meter staat het gevaarsbord voor de oversteekplaats?
A
50 meter
B
100 meter
C
150 meter

Slide 14 - Quizvraag

Binnen hoeveel meter moeten voetgangers een oversteekplaats gebruiken?
A
10 meter
B
20 meter
C
30 meter

Slide 15 - Quizvraag

De voetganger KRIJGT voorrang 
- als hij wacht op over te steken
- als hij oversteekt
... bij een oversteekplaats voor voetgangers.
De auto GEEFT voorrang aan voetgangers
bij een oversteekplaats voor voetgangers.
Wie KRIJGT voorrang?
Wie GEEFT voorrang?

Slide 16 - Tekstslide

Wie krijgt voorrang?
A
De auto
B
De persoon met fiets aan de hand.

Slide 17 - Quizvraag

Wie krijgt voorrang?
A
De voetganger
B
De fietser

Slide 18 - Quizvraag

Wie krijgt voorrang?
A
De mini-bus
B
De fietser

Slide 19 - Quizvraag

Wie krijgt voorrang?
A
De voetganger
B
De voertuigen op de rijbaan

Slide 20 - Quizvraag

Wie krijgt voorrang?
A
De voetganger
B
De voertuigen op de rijbaan

Slide 21 - Quizvraag

Wie krijgt voorrang?
A
De voetganger
B
De voertuigen op de rijbaan

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide