13 Begroten een inleiding
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
uit welke onderdelen is de aanbiedingsprijs opgebouwd?
A
kostprijs, calculeerbare hoeveelheden, geschatte risico's en winst
B
kostprijs, geschatte hoeveelheden, calculeerbare risico's en winst
C
winst, geschatte en gecalculeerde hoeveelheden en de kostprijs
D
winst calculeerbare en geschatte risico's en de kostprijs
Slide 10 - Quizvraag
welke kostensoorten kennen we bij het tot stand komen van een bouwwerk.
A
staartkosten en kopkosten
directe en indirecte kosten,
en onkosten
B
directe-, indirecte-, vaste-, variabele-, tijdsgebonden en niet tijdsgebonden kosten
C
slepende-, niet slepende-, directe-, indirecte-, vaste en variabele kosten.
D
directe-, indirecte-, vaste-, variabele-, tijdelijke- en permanente onkosten
Slide 11 - Quizvraag
betonpalen behoren tot de kostenpost:
A
directe kosten
B
indirecte kosten
C
vaste kosten
D
variabele kosten
Slide 12 - Quizvraag
een bouwkeet behoort tot de kostenpost:
A
vaste kosten
B
variabele kosten
C
tijdsgebonden kosten
D
niet tijdsgebonden kosten
Slide 13 - Quizvraag
Een bouwbord (wat is een bouwbord) behoort tot de kostenpost:
A
directe kosten
B
indirecte kosten
C
tijdsgebonden kosten
D
niet tijdsgebonden kosten
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Noem eens vijf begrotingsvormen:
