231208 grammatica §1 + presentaties

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Werkboek
  • Etui
  • iPad
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Werkboek
  • Etui
  • iPad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Mededelingen (2 min)
  • Presentaties (40 min)
  • Grammatica §1 > persoonsvorm + zinsdelen (15 min)
  • Zelfstandig werken (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen
Komende weken:
Grammatica zinsdelen > voorbereiding op de toetsweek

Leesflexuur
Elke donderdag het 1e uur




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentaties
Luca van Gelderen
Konrad Kiecak
Tobias Vooijs
Lilly Szczepaniak
Cebrian Veldhuizen
Jessy Kok


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Mededelingen (2 min)
  • Presentaties (40 min)
  • Grammatica §1 > persoonsvorm + zinsdelen (15 min)
  • Zelfstandig werken (10 min)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.

  • Ik kan een zin in zinsdelen verdelen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg persoonsvorm (pv)
In elke zin staan werkwoorden.
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

De pv geeft twee dingen aan:
  • getal (enkelvoud/meervoud)
  • tijd (tegenwoordige tijd / verleden tijd)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg persoonsvorm (pv)
Zo vind je de pv:
  1. Verander de zin van enkelvoud naar meervoud, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  2. Verander de zin van t.t. naar v.t. of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  3. Maak van de zin een ja/nee-vraag. De pv komt vooraan in de zin te staan.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld
De man heeft een ijsje gegeten.

De kast heeft jaren in het lokaal gestaan.

De beren hebben ontzettende honger na hun winterslaap.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin:

De bakker en zijn vrouw gaan graag op vakantie
A
zijn
B
gaan
C
gaan op vakantie
D
zijn gaan

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv in de onderstaande zin:

Waarom heb jij je bord niet leeggegeten?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke drie manieren kan je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin:

Die mevrouw van de bakker vind ik eigenlijk niet zo aardig.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel


Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Maak met de volgende woorden een goede zin:
goede hebben de park in gelopen vrienden een het rondje

Slide 16 - Open vraag

Bespreek de verschillende zinnen die op het bord verschijnen. Laat zien dat sommige woorden steeds bij elkaar blijven.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Woorden zijn samen een zinsdeel als ze bij elkaar blijven als je de zin verandert.
De goede vrienden hebben een rondje in het park gelopen.
Hebben de goede vrienden een rondje in het park gelopen?
De goede vrienden hebben in het park een rondje gelopen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Maak van deze zin een nieuwe zin:
De muziek staat erg hard.

Slide 19 - Open vraag

Bespreek de verschillende zinnen die op het bord verschijnen. Laat zien dat sommige woorden steeds bij elkaar blijven.


Maak van deze zin een nieuwe zin:
In de krant staat het belangrijkste nieuws op de eerste pagina.

Slide 20 - Open vraag

Bespreek de verschillende zinnen die op het bord verschijnen. Laat zien dat sommige woorden steeds bij elkaar blijven.

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
In die mooie stoel zit opa Jan altijd.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
Hij leest vanochtend de krant van gisteren.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica §1 > persoonsvorm + zinsdelen
Opdracht:
Maak IN JE WERKBOEK en SCHRIFT:

Grammatica §1 (blz. 204) opdracht 1 t/m 6

Hoe: Je werkt alleen
Nodig: Werkboek, schrift, pen





timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les:
  • Grammatica §3 > onderwerp
  • Toets bespreken?

Huiswerk:
Grammatica §1 (blz. 204) opdracht 1 t/m 6 (in je werkboek)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies