afsluiting theme 3 Basis

Mini-white board quiz!
Werk in 2-tallen

Boek mag niet, behalve bij de grammar
(present perfect) 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mini-white board quiz!
Werk in 2-tallen

Boek mag niet, behalve bij de grammar
(present perfect) 

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary

Vertaal de volgende woorden 
naar het Nederlands. 

Slide 2 - Tekstslide

Translate: 
1. subtitles
2. sequel
3. celebrity

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden: 
1. ondertiteling
2. vervolg
3. beroemdheid

Slide 4 - Tekstslide

Translate to English:
4. omdat
5. handtekening
6. aflevering

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden: 
1. because
2. autograph
3. episode

Slide 6 - Tekstslide

Translate to English:
7. doorgaan
8. misschien
9. verveeld

Slide 7 - Tekstslide

Translate to English:
7. continue
8. maybe
9. bored

Slide 8 - Tekstslide

Tussenstand?
Maximale punten = 9

Volgende onderdeel: 
grammar

Slide 9 - Tekstslide

Zet op de juiste plek
Schrijf het woord + 1 ervoor en 1 erachter op. 
Soms kun je maar 2 woorden opschrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

Grammar, zet op de juiste plek
1. My sister has a friend.                     (silly)
2. Freddy is driving a car.                   (new)
3. Mike arrived at school.                  (stressed)

Slide 11 - Tekstslide

Grammar, zet op de juiste plek
1.  a silly friend / my silly sister 
2. a new car.              
3. Stressed Mike / school stressed             

Slide 12 - Tekstslide

Grammar, present perfect
Make the present perfect in these sentences: 

4. My friend ____________ (to talk) to her before. 
5. We _____________ (to type) a whole chapter already. 

Slide 13 - Tekstslide

answers
Make the present perfect in these sentences: 

4. My friend has talked (to talk) to her before. 
5. We have typed (to type) a whole chapter already. 

Slide 14 - Tekstslide

Irregular verbs (book, spieken)
Make the present perfect in these sentences: 
 
6. Sam _____________ (to find) her phone!
7. My sisters _____________ (to see) that film 3 times now. 

Slide 15 - Tekstslide

Irregular verbs (book, spieken)
Make the present perfect in these sentences: 
 
6. Sam has found (to find) her phone!
7. My sisters have seen (to see) that film 3 times now. 

Slide 16 - Tekstslide

Score
Total score: 
18 points

How many did you get?

Slide 17 - Tekstslide

handschoenen

Slide 18 - Open vraag

verschrikkelijk

Slide 19 - Open vraag

bijvoorbeeld

Slide 20 - Open vraag

doorgaan

Slide 21 - Open vraag

liefdadigheid

Slide 22 - Open vraag

vergelijken

Slide 23 - Open vraag

Vocabulary

Vertaal het 'woord' naar het Nederlands. 

Slide 24 - Tekstslide

I can't make it to your party 'because' I need to watch my baby sister.

Slide 25 - Open vraag

I'm making a 'summary' for economics. I need to study.

Slide 26 - Open vraag

Most people thing they're annoying, but I love the 'commercials'.

Slide 27 - Open vraag

It's so 'impressive' that you ran a marathon!

Slide 28 - Open vraag

Vocabulary
Verbind de omschrijving (letter)
 met het juiste woord (cijfer)

Gebruik pen en papier om ze op te schrijven. Daarna kun je ze in de lessonUp zetten. 

Slide 29 - Tekstslide

a. someone who is famous. 
b. when someone or something is nice to see or hear. 
c. try something over and over to get better. 
d. someone’s name written with their own hand
e. words shown at the bottom of the screen to translate what people say. 
f. someone who leads and organises a movie
g. something said to make others laugh
h. the story of a book, movie or play

1. autograph
2. director
3. to practise
4. celebrity
5. joke
6. charming
7. plot
8. subtitles

Slide 30 - Tekstslide

1
2
3
4
D
A
E
B
F
C
G
H

Slide 31 - Sleepvraag

5
6
7
8
D
A
E
B
F
C
G
H

Slide 32 - Sleepvraag

Stones
Schrijf op wat je zou zeggen in het Engels 
Volg de instructies. 

Gebruik hele zinnen! 
(punten, hoofdletters, vraagtekens.)

Slide 33 - Tekstslide

Vraag naar iemands mening over Frozen.

Slide 34 - Open vraag

Welke film is volgens jou echt de moeite waard? (Een hele zin gebruiken!)

Slide 35 - Open vraag

Vertel me over je favoriete band/artiest en waarom je dat vindt.

Slide 36 - Open vraag

Grammar:
Adjectives (bijvoeglijke naamwoorden). 

Vul in of deze woorden op plek 1 of plek 2 horen. 

Slide 37 - Tekstslide

It is 1________ to stay 2_______ awake during that movie. - impossible

Slide 38 - Open vraag

We just 1_______saw a 2______ movie.
- scary

Slide 39 - Open vraag

Can you wear 1______ that 2_____ sweater? - new

Slide 40 - Open vraag

You seem 1______ with that 2_______ project. - busy

Slide 41 - Open vraag

Grammar: 
Your turn!

Herschrijf deze zin met meer informatie erin. 
Gebruik in ieder geval 1 adjective per zin (bijvoeglijke naamwoord).

Slide 42 - Tekstslide

My sister is buying a car.

Slide 43 - Open vraag

I have a test for English this afternoon.

Slide 44 - Open vraag

Grammar:
Present perfect
Welke van deze opties is een present perfect en past in de zin?

Irregular verbs mag je opzoeken (p. 215)

Slide 45 - Tekstslide

Karen ......... in New York all her life.
A
lived
B
has lived

Slide 46 - Quizvraag

grammar, present perfect
Maak van het werkwoord in de zin de passende present perfect. 

Slide 47 - Tekstslide

My friends _________ (to see) that movie already. We need to choose a different one.

Slide 48 - Open vraag

Fred ______ (to work) for this company since he was seven years old.

Slide 49 - Open vraag

We ______ (to be) to the USA three times so far.

Slide 50 - Open vraag

Done!
Make sure to let me know that you've finished the test. 

Slide 51 - Tekstslide