In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Sociale Psychologie
15 maart 2023
Slide 1 - Tekstslide
STEM!
Slide 2 - Tekstslide
De vakantie heb ik gebruikt om:
bij te komen.
bij te lezen.
te barbecueën in Italië.
Netflix uit te kijken.
heel veel te werken voor moneyz.
Slide 3 - Poll
Verleden - heden - toekomst
Papenburg...
Onderzoek
Voorbereiding?
Slide 4 - Tekstslide
Planner
Slide 5 - Tekstslide
De volgende omschrijving past het beste bij mij:
Ik heb het boek al.
Ik heb het boek en ik heb erin gelezen.
Ik loop twee weken achter.
Ik heb het boek en loop één week achter.
Ik ben de Maya van de groep.
Slide 6 - Poll
Be like Maya
Bee Bij!
Slide 7 - Tekstslide
Oplossing
Vooral de 'hoogtepunten' van de sociale psychologie
Zelfwerkzaamheid; zorg dat je vragen hebt!
Denk bij alle hoofdstukken na over hoe je deze kennis kunt gebruiken in het lesgeven
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet jij van... het covariatiemodel?
Slide 9 - Woordweb
Nog een heel klein stukje hoofdstuk 4
- over hoe we andere mensen begrijpen
- over hoe we andermans gedrag interpreteren
Slide 10 - Tekstslide
Fundamentele attributiefout
Wat is het doel van de sociale psychologie?
Wat doen mensen als ze iets niet weten?
Slide 11 - Tekstslide
Een onderzoek
Slide 12 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer?
Probeer het onderzoek te visualiseren.
- hoe zat het ook alweer?
- welke verwachtingen zou je kunnen hebben?
- wat zegt de theorie?
Slide 13 - Tekstslide
Hoe denkt deze vrouw over Thierry Baudet? (0 staat voor negatief, 100 voor positief)
Slide 14 - Poll
Deze vrouw schreef een positief essay over Thierry Baudet. Hoe positief is zij over hem?
Slide 15 - Poll
Deze man moest een positief essay schrijven over Thierry Baudet. Hoe positief is hij over hem?
Slide 16 - Poll
H6 De behoefte om ons handelen te rechtvaardigen
Welke drie basisprincipes moest je ook alweer kennen als het gaat om het verklaren van gedrag van mensen?
Over welke van deze drie basisprincipes gaat het met name in ‘De behoefte om ons handelen te rechtvaardigen’
Slide 17 - Tekstslide
Uitgangspunt
Rationeel of rationaliserend?
Wat veronderstelt dit?
(denk aan een van de drie principes voor
het verklaren van gedrag)
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeelden van ervaren cognitieve dissonantie:
Slide 19 - Woordweb
Cognitieve dissonantie
Spanning tussen twee conflicterende cognities.
Deze spanning resulteert in een onaangenaam gevoel.
Dit onaangename gevoel kan leiden tot een negatief opvatting over jezelf.
Slide 20 - Tekstslide
Positief zelfbeeld
De vraag is:
Hoe neem je die spanning weg?
Slide 21 - Tekstslide
Hoe lossen we de spanning op?
Slide 22 - Tekstslide
Hoe lossen we de spanning op?
Gedragsverandering
Gedrag rechtvaardigen door dissonante cognitie te veranderen.
Gedrag rechtvaardigen door cognitie toe te voegen.
Slide 23 - Tekstslide
Impact bias?
Lees pagina 169 en 170 (of kijk in de index achterin en zie dat het pagina 189 is) en leg uit waarom mensen de pijn van een teleurstelling overschatten. Je mag in tweetallen overleggen als je het gelezen hebt. Je hebt hier 12 minuten voor.
timer
12:00
Slide 24 - Tekstslide
Beslissingen
Als we keuzes moeten maken, twijfelen we vaak
Wanneer twijfelen we het vaakst?
Waarom twijfelen we?
Een voorbeeld (#tb):
Slide 25 - Tekstslide
Je wilt een nieuwe telefoon kopen en bij het zoeken, breng je de keuze terug tot twee buitengewoon gelijkwaardige alternatieven. Uiteindelijk hak je de knoop door en kies je voor een telefoon. Beide telefoons zijn voor hetzelfde bedrag te koop bij twee winkels. Winkel A biedt een extraatje. Je mag de telefoon binnen drie maanden (waarin je ‘m mag gebruiken) terug brengen om hem alsnog te ruilen voor een andere. In winkel B mag dat niet. Wanneer je de telefoon koopt, is ruilen niet meer mogelijk. In welke winkel ga jij je telefoon kopen?
Winkel A, waar je mag ruilen.
Winkel B, waar je NIET mag ruilen
Slide 26 - Poll
Je wilt een nieuwe telefoon kopen en bij het zoeken, breng je de keuze terug tot twee buitengewoon gelijkwaardige alternatieven. Uiteindelijk hak je de knoop door en kies je voor een telefoon. Beide telefoons zijn voor hetzelfde bedrag te koop bij twee winkels. Winkel A biedt een extraatje. Je mag de telefoon binnen drie maanden (waarin je ‘m mag gebruiken) terug brengen om hem alsnog te ruilen voor een andere. In winkel B mag dat niet. Wanneer je de telefoon koopt, is ruilen niet meer mogelijk. Wanneer ben jij het gelukkigst (of meest tevreden) met je telefoon?