In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
1. Ik weet wat hoofd- en rangtelwoorden zijn.
2. Ik ken het verschil tussen bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden.
3. Ik ken het verschil tussen bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden.
hoofdtelwoorden (htw):
geven een hoeveelheid aan
rangtelwoorden (rtw):
geven een volgorde aan
Bepaald telwoord (btw)
Het aantal is bekend.
vijf, 5, vijftig, 50
Onbepaald telwoord (otw)
Bepaald hoofdtelwoord
Noemt een bekend aantal of bekende hoeveelheid
Voorbeeld
Zeven boeken, zesendertig koeien, drie vijfde van de klas
Noemt een onbekend aantal of onbekende hoeveelheid
Veel boeken, weinig koeien, enkele leerlingen
Bepaald rangtelwoord
Geeft een bekende plaats in een rij aan
Zevende, zesendertigste
Geeft een onbekende plaats in een rij aan
Middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste