39_les3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

NEDERLANDS - HOO

Aan het einde van de les...

• Heb je 10 minuten gelezen in je leesboek. 
• Kun je een aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord juist in de zin invullen. 

Lesprogramma

• 10 minuten lezen / huiswerkcontrole
• Uitleg: Hun/hen + Opdracht 1 + 2, blz. 30+31 bespreken
• Uitleg: aanwijzend voornaamwoord + vragend voornaamwoord + persoonlijk voornaamwoord + 
• Werken aan opdracht 3 + 4
• Tijd over? Samen opdracht 5

HUISWERK

Bespreken opdracht 1,  blz. 30

1. mijn = bez.vnw  haar = bez.vnw

2. je = pers.vnw, onze = bez. vnw

3. m'n = bez. vnw, zijn = bez.vnw (wat is filatelie?) 
4. hun = pers.vnw , hun = bez.vnw

5. ik = pers.vnw, jou = pers.vnw 

6. Het = pers.vnw, me = pers. vnw, je = pers.vnw

HUISWERK

Bespreken opdracht 2,  blz. 31

HUN en HEN zijn nooit onderwerp: HUN hebben dat gedaan! 

Ik geef aan hen een brief: mv met vz = hen / Ik stomp hen (hen = lv)

Ik geef hun een brief : mv zonder vz = hun / Hun brief werd nooit gelezen (bez.vnw)

1. hun, hun

2. hen

3. hen 

4. hun, hun

Aanwijzend/Vragend voornaamwoord

• aanwijzend voornaamwoord wijst een mens dier of ding aan
• woorden als: deze, die, dat, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde

• vragend voornaamwoord staan aan het begin van een vraag
• 4 woorden: wie, wat, welke en wat voor
• Let op! waar, waarheen, wanneer en hoe zijn geen vragend voornaamwoorden! 

Opdrachten

Maak  opdracht 3 + 4, blz. 31


Tijd over? Doen we opdracht 5 samen! 

Huiswerk + volgende les

Huiswerk  volgende les (in Magister): 

Grammatica H1 WS Opdracht 3 + 4 (blz. 31)

Volgende les gaan we aan de slag met: 
Grammatica WS: Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Op zondagmorgen is Emma slaperig. Bij welk zinsdeel hoort slaperig?

1. naamwoordelijk gezegde
2. bijwoordelijke bepaling

Ik twijfel over mijn kledingkeuze.
Wat voor zinsdeel is 'over mijn kledingkeuze'?

1. BIjwoordelijke bepaling
2. Voorzetselvoorwerp

Jurre kwam blij uit de kantine.
Wat is 'uit de kantine'?

1. bijwoordelijke bepaling
2. voorzetselvoorwerp

Een workaholic is getrouwd met zijn werk
Wat voor gezegde bevat deze zin?

1. naamwoordelijk
2. werkwoordelijk