Lees figuur 26.
a. Voor welke doelgroep is de aanleg van dit nieuwe fietspad met name bedoeld? Noteer ook het begrip dat hoort bij deze groep.
b. Je zou kunnen zeggen dat het traject maar 1,9 km korter is dan het oude traject. Noteer twee punten die het nieuwe traject ook ‘korter’ maken.
c. Er loopt ook een spoorlijn tussen Arnhem en Nijmegen, met meerdere stations. Wat is voor de mensen die het fietspad gebruiken het voordeel van fietsen in plaats van de trein te nemen?