Thema 6 extra stof 7: Energiestroom in een ecosysteem

Extra stof 7: Energiestroom in een ecosysteem
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Extra stof 7: Energiestroom in een ecosysteem

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst wat HUISWERK bespreking

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de "ecologische voetafdruk"?
A
Het landoppervlak van de aarde wat nodig is voor jouw consumptie
B
Het wateroppervlak van de aarde wat nodig is voor jouw consumptie en afval
C
Het land- en wateroppervlak van de aarde wat nodig is voor jouw consumptie
D
Het land- en wateroppervlak van de aarde wat nodig is voor jouw consumptie en afval

Slide 3 - Quizvraag

Waarom zijn bioplastics duurzaam?
A
Bij het maken ervan raken de grondstoffen NIET uitgeput
B
Bij het maken ervan raken de grondstoffen uitgeput
C
Het is biologisch afbreekbaar
D
Het is biologisch NIET afbreekbaar

Slide 4 - Quizvraag

De volgende vraag gaat
over deze afbeelding....

Slide 5 - Tekstslide

Wat stelt deze
afbeelding voor?
A
Verticale landbouw
B
Stadslandbouw
C
Precisielandbouw
D
Kringlooplandbouw

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Leg uit dat de productie van de
Gumdrop-producten een voorbeeld is van duurzame ontwikkeling.
A
Door het plastic uit kauwgom te hergebruiken, worden de straten weer schoon.
B
Door het plastic uit kauwgom te hergebruiken, zijn er minder grondstoffen nodig.
C
Door het plastic uit kauwgom te hergebruiken, vermindert de hoeveelheid afval EN er zijn minder grondstoffen nodig.
D
Door het plastic uit kauwgom te hergebruiken, vermindert de hoeveelheid afval.

Slide 8 - Quizvraag

Palmolie wordt gebruikt als plantaardige olie in voedingsmiddelen en andere producten. Palmolie is ook zeer geschikt om er biodiesel van te maken. Om meer palmolie te kunnen produceren, wordt op Borneo regenwoud gekapt om oliepalmplantages aan te leggen.
In de periode 2000–2010 nam het bosoppervlak af met gemiddeld 473 770 ha per jaar.
Hoeveel voetbalvelden aan bosoppervlak gingen in deze periode op Borneo per uur verloren om plaats te maken voor olieplantages?
Ga voor een voetbalveld uit van 100 × 50 m. 
1 ha = 2 voetbalvelden!
Ik heb de getallen veranderd, dus iedereen moet nu rekenen!

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel voetbalvelden aan bosoppervlak gingen in deze periode op Borneo per uur verloren om
plaats te maken voor olieplantages?
Antwoord alleen met een getal.

Slide 10 - Open vraag

473 770 / 365 = 1298 ha per dag
1298 / 24 = 54 ha per uur
1 ha = 2 voetbalvelden
2 × 54 = 108 voetbalvelden per uur

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 6.7
  • aan het einde van de les kun je energiestromen in een ecosysteem beschrijven
  • je begrijpt het verschil tussen autotroof en heterotroof
  • je kunt de trofische niveau's benoemen in een voedselketen
  • je kunt uitleggen waarom glucose een energierijke stof is

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wie van jullie heeft wel eens gefrituurde meelwormen gegeten of zou dit wel eens willen proberen?
Ik heb dat wel eens gegeten!
Nog nooit gegeten maar ik wil het wel proberen!
Nog nooit gegeten en dat wil ik graag zo houden!

Slide 14 - Poll

Trofisch niveau
Elke schakel in een voedselketen heet een trofisch niveau.

Slide 15 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument
van de 1e orde
van de 2e orde
van de 3e orde

Slide 16 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument
van de 1e orde
van de 2e orde
van de 3e orde
1e schakel
2e schakel
3e schakel
4e schakel
autotroof
1e trofische niveau
2e trofische niveau
3e trofische niveau
4e trofische niveau
heterotroof
heterotroof
heterotroof

Slide 17 - Tekstslide

Autotroof/heterotroof

Autotroof = organismen die zelf hun organische stoffen maken van anorganische stoffen

Heterotroof = organismen die zich moeten voeden met andere organismen om aan hun organische stoffen te komen

Slide 18 - Tekstslide

Wat geef je aan met een voedselketen?
A
welke organismen dieren zijn
B
welke organismen planten zijn
C
welke organismen waar leven
D
welke organismen worden gegeten door...

Slide 19 - Quizvraag

CO2
Fotosynthese
Glucose
Reducenten
Verbranding

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is BIOMASSA?

Slide 21 - Tekstslide

De piramide in de afbeelding is een piramide van ...
A
Aantallen
B
Biomassa

Slide 22 - Quizvraag

Energiestromen in een ecosysteem

Slide 23 - Tekstslide

Energiestromen in een ecosysteem
  • Planten maken glucose dmv fotosynthese.
  • Glucose is een organische energierijke stof.
  • Een deel van die glucose verbranden de planten - daarbij komt energie vrij.
  • Met die energie worden dan andere organische stoffen gemaakt zoals eiwitten en vetten.
  • Ditzelfde geldt voor elk volgend trofisch niveau.

Slide 24 - Tekstslide

Energiestromen in een ecosysteem
  • Ook ontstaat er bij elke schakel van de voedselketen afval (poep) en gaan organismen dood.
  • Dit dood organisch materiaal wordt verbrand door de reducenten (schimmels en bacteriën).
  • Bij al deze processen (verbranding) komt H2O en CO2 vrij en dit is weer beschikbaar voor de planten.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welk trofisch niveau is de boom?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 27 - Quizvraag

Welk trofisch niveau is de leeuw?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 28 - Quizvraag

HUISWERK
Bestudeer 6.7 en maak
opdrachten 1 t/m 4

Slide 29 - Tekstslide