De ogen

Lesdoel

  • Je kunt van de organen rond het oog de naam en de functie noemen
  • je kunt de delen van het oog benoemen
  • je kunt de functies van de delen noemen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel

  • Je kunt van de organen rond het oog de naam en de functie noemen
  • je kunt de delen van het oog benoemen
  • je kunt de functies van de delen noemen

Slide 1 - Tekstslide

  • Je knippert per dag 10000 keer met je ogen
  • Je kunt je ogen niet open houden als je moet niezen ( reflex)
  • babies zijn kleurenblind

Slide 2 - Tekstslide

Het beeld dat je opvangt wordt omgekeerd op je netvlies geprojecteerd. De hersenen draaien het beeld weer goed.

Slide 3 - Tekstslide

De reuzenpijlinktvis heeft de grootste ogen ( 25 cm)

Slide 4 - Tekstslide

10000 jaar geleden had iedereen bruine ogen.
Door een mutatie ( foutje in een gen) kreeg iemand blauwe ogen. Die gaf dit door aan de nakomelingen.
Dit is de voorouder van alle mensen met blauwe ogen.

Slide 5 - Tekstslide

De kleur van je iris wordt veroorzaakt door veel/weinig melanine
Je kunt 2 verschillende kleuren ogen hebben ( is zeldzaam)

Slide 6 - Tekstslide

Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 7 - Tekstslide

Wenkbrauwen houden het zweet tegen zodat het niet in de ogen komt

Slide 8 - Tekstslide

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht

Slide 9 - Tekstslide

Oogleden beschermen de ogen tegen vliegjes

Slide 10 - Tekstslide

Traanklieren maken traanvocht
Traanbuizen staan in verbinding met de neusholte

Slide 11 - Tekstslide

Iris is het gekleude deel van het oog

Slide 12 - Tekstslide

  1. traanklier
  2. ooglid
  3. traanbuis
  4. neusholte
  5. pupil
  6. iris
  7. harde oogvlies

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Pupil is een opening van de 
iris

Slide 15 - Tekstslide

In het vaatvlies bevinden zich de bloedvaatjes

Slide 16 - Tekstslide

De binnenste laag ( geel)is het netvlies.
Daar zitten de zintuigcellen in

Slide 17 - Tekstslide

Macula is de gele vlek, daar zien we het scherpst

Slide 18 - Tekstslide

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we het gekleurde deel van ons oog?
A
pupil
B
iris

Slide 24 - Quizvraag

Waar gaat het traanvocht naar toe?
A
oogleden
B
keelholte
C
traanklieren
D
traanbuizen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 26 - Quizvraag

Waar zitten de oogzintuigcellen?
A
In de pupil
B
in de lens
C
in het vaatvlies
D
in het netvlies

Slide 27 - Quizvraag

Waaruit bestaat het vaatvlies?
A
uit een doorzichtige vloeistof
B
uit bloedvaten
C
uit lensen
D
uit traanvocht

Slide 28 - Quizvraag

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 29 - Quizvraag

Kunnen we op de gele plek het scherpst of het minst scherp zien?
A
het scherpst
B
het minst scherp

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht 2: Het netvlies, de gele vlek en de blinde vlek. 
Sluit je linkeroog. Kijk vervolgens recht naar het plusteken en ga langzaam met je hoofd dichter naar het beeldscherm. Noteer wat je waarneemt. Leg uit hoe dit kan. Laat je antwoord aan de docent zien.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 4a. 
Sluit je rechteroog en kijk naar de rode stip. Ga met je hoofd steeds dichter naar het beeld, houd je rechteroog daarbij gesloten en blijf met je linkeroog gefocust kijken naar de stip.
Noteer wat je waarneemt.  Leg uit hoe dat komt. Laat je antwoord aan de docent zien.


Slide 32 - Tekstslide

4b.  Doe je linkeroog dicht, kijk naar het kruisje en kom dichterbij het scherm.
        Omschrijf wat er gebeurt. Leg uit hoe dit kan.
        Laat je antwoord aan de docent zien.

Slide 33 - Tekstslide

5. Doe je linkeroog dicht, kijk naar het plus-teken. Beweeg je hoofd richting het beeldscherm. 
    Hoe komt het dat je in het dagelijkse leven geen last van de blinde vlek hebt?
    Laat je antwoord aan de docent zien.

Slide 34 - Tekstslide

traanklieren
1
ooglid
2
traanbuisjes
3
neusholte
4
pupil
5
iris
6
hoornvlies
7

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video