Les 1 boodschappen

          Leven in Nederland
                   Boodschappen doen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

          Leven in Nederland
                   Boodschappen doen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over boodschappen doen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Waar doen jullie boodschappen?

Slide 4 - Woordweb

Welke winkel is dit?

Slide 5 - Open vraag

Welke winkel is dit?

Slide 6 - Open vraag

Welke winkel is dit?

Slide 7 - Open vraag

Boodschappen doen
Je kan boodschappen doen in de supermarkt. Maar ook op andere plekken.

Slide 8 - Tekstslide

Boodschappen doen
Je kan boodschappen doen in de supermarkt. Maar ook op andere plekken.

Zoals op de markt of online.

Slide 9 - Tekstslide

4

Slide 10 - Video

02:31
Hoe duur zijn de aardbeien?
A
€1.50
B
€3.00
C
€3.50
D
De aardbeien zijn op

Slide 11 - Quizvraag

02:50
Welke kraam is haar favoriet?

Slide 12 - Open vraag

03:49
Wat heeft deze mevrouw gekocht?
A
Rozen
B
Tulpen
C
Bosje
D
6,50

Slide 13 - Quizvraag

04:58
De mevrouw betaalt contact bij deze kraam.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De Markt
In de meeste plaatsen wordt iedere week een markt gehouden. In Roermond is er op zaterdag een grote markt.

Wie van jullie is ooit naar de markt geweest in Nederland?
Wat heb je daar gekocht?
Hoe heb je afgerekend op de markt?

Slide 15 - Tekstslide

Wat kun je kopen
In de supermarkt en op de markt kun je veel verschillende dingen kopen: 
  • Eten
  • Drinken
  • Bloemen 
  • Kleding 

Slide 16 - Tekstslide

Winkels
  • Kledingwinkel   (C&A, H&M, Zara, Primark, Only)
  • Drogist (Kruidvat, DA, Etos)
  • Bakker (brood)
  • Slager (vlees)
  • Groenteboer (groenten en vaak ook fruit)
  • Bloemist (bloemen en planten)

Slide 17 - Tekstslide


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Slager

Slide 18 - Quizvraag


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Slager

Slide 19 - Quizvraag


A
Slager
B
Groenteboer
C
Bakker
D
Kledingwinkel

Slide 20 - Quizvraag

Drogist
Bakker
Slager
groenteboer

Slide 21 - Sleepvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 22 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 23 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 24 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 25 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide