Boek B Aufgaben 18 + 19 Seite 26 ( Kapitel 4 Arbeitbuch B)
Boek B Aufgaben 22 + 23 Seiten 28-29 (Kapitel 4 Arbeitsbuch B)
Zu Hause oder in der Schule:
Weiter lesen Buch: "Hinter den Kulissen" und beantworten fragen in zweiergruppe (in tweetal)
Inleverdatum antwoordformulier uiterlijk 30 maart a.s. 13.30 uur.
Während der Stunde (samen in de les):
Lesen "Hinter den Kulissen". Voorbereiden kijk/luistertoets toetsweek.
Grammatica uitleg der- en ein-Gruppe Kapitel 4 Arbeitsbuch B + voorzetsels derde en vierde naamval.
Slide 13 - Tekstslide
Lesen Buch: "Hinter den Kulissen"
In tweetallen of alleen!!
Samen lezen, tijdens lezen antwoorden noteren op antwoordformulier.
Boek en antwoordformulier worden na les ingeleverd!!
Pdf-bestand boek staat in Teams Duits.
Week 13: week voor de toetsweek wordt het antwoordformulier ingeleverd!! Donderdag 30 maart a.s. inleveren bij docent!!
Slide 14 - Tekstslide
Luistervaardigheid:
Lees de vragen en antwoorden goed door.
Noteer nu de kernwoorden in je schrift.
Je weet nu waar je bij het luisteren op moet letten.
Concentreer je op deze kernwoorden.
Het antwoord hoor je vaak in het begin of aan het eind van het fragment.
Na een fragment kun je de volgende vraag en de antwoorden nogmaals lezen.
Ga dus verder en denk niet meer aan het vorige fragment.
Slide 15 - Tekstslide
Kijk/luistervaardigheid:
Lees steeds de inleiding en de tipps!!!
Vanaf Aufgabe 11 t/m Aufgabe 16
Slide 16 - Tekstslide
Zum Schluss
Slide 17 - Tekstslide
Leestoets strategieën:
Voor het lezen: vorm een beeld van de tekst. Wat voor type tekst is het?
Tijdens het lezen: 1e tekst scimmen, 2e scannen, 3e intensief lezen.
De eerste en de laatste zin van een alinea geven vaak belangrijke informatie.
Voor het beantwoorden van vragen eerst zelf antwoord bedenken en nog niet de antwoorden lezen!!!
Meerkeuze vragen wegstrepen van vragen. Vaak lijken antwoorden veel op elkaar en zijn er antwoorden met klinkklare onzin.
Gatentekst: Lees alinea eerst globaal, daarna voor en na het 'gat'. Vertaal de zin. Wat zou je in het Nederlands invullen. Kijk daarna pas na de antwoorden. Leer signaalwoorden met hun functie uit je hoofd!
Let bij beweringsvragen (wel/niet vragen) op versterkende woorden zoals: gerade, häufig, immer, je, jeden Tag/Monat/.. . , völlig, ziemlich.
Tip: Staat er in de tekst een dubbele punt :dan volgt meestal een antwoord, ditzelfde geldt voor tekst tussen aanhalingstekens “ ” en na een tussenliggend streepje - .
Slide 18 - Tekstslide
Nach, zu oder in: Seite 120
Wanneer gebruik je zu, nach of in?
Bespreken Aufgabe 39 + nakijken
Kahoot nach, zu, in
timer
1:00
Slide 19 - Tekstslide
Samenvatting nach, zu, in:
zu:
personen
gebouwen en dingen
nach:
geografische namen
vaste combinaties (nach Hause, nach links, nach oben)