3E Donnerstag, den 16. März 2023

Donnerstag, den 16. März 2023
  • Willkommen
  • Aufgaben Woche 10
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Der- en ein-Gruppe -> Vorbereitung!!!
  • Lesen Buch: Hinter den Kulissen
  • Aufgaben Woche 11
  • Zum Schluss
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Donnerstag, den 16. März 2023
  • Willkommen
  • Aufgaben Woche 10
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Der- en ein-Gruppe -> Vorbereitung!!!
  • Lesen Buch: Hinter den Kulissen
  • Aufgaben Woche 11
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

Aufgaben Woche 10:
Doorlezen boek B: grammatica Kapitel 4 Seiten 50-51 

Maken thuis en noteren in je schrift:
  • Wat zijn de voorzetsels derde en vierde naamval?
  • Welke regels ken je nog m.b.t. der die das? (bijv. mannelijke personen en dieren zijn altijd der-woorden).
  • Waaruit bestaat de ein-Gruppe?

Slide 2 - Tekstslide

Grammatik Kapitel 4:
der- und ein-Gruppe

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica Kapitel 4: Welke onderdelen heb je nodig?
  • Regels der die das -> zelfstandige naamwoorden kunnen indelen.
  • Ein-Gruppe waaruit bestaat deze.
  • Bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Voorzetsels 3e en 4e naamval.
  • Toepassen der- en ein-Gruppe (stappenplan!!).

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik: Regeln der, die oder das?
Bepaald lidwoord:
  • Nederlands: de, het (de fiets, de fietsen)(het huis, de huizen)
  • Duits: der, die, das en die (meervoud) (der Mann, die Männer) (das Haus, die Häuser) (die Tante, die Tanten)

  • der = mannelijk
  • die = vrouwelijk
  • das = onzijdig

Slide 5 - Tekstslide

Grammatik: Regels der die das
  1. Noem een regel voor der-woorden (mannelijk)
  2. Noem regels voor die-woorden (vrouwelijk)
  3. Noem regels voor das woorden (onzijdig)

Slide 6 - Tekstslide

Ein-Gruppe
  • Welke onderdelen horen bij de ein-Gruppe?
  • Wat betekent ein/kein?
  • ein -> niet mogelijk bij meervoud!

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden:
  • Dit is mijn fiets.
  • Jouw jas is vies.
  • Wordt uw huis opnieuw geverfd?
  • Jullie auto moet nodig naar de wasstraat.

Schema bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 8 - Tekstslide

De ein-Gruppe bestaat uit:
een/geen

mijn
jouw
zijn
haar
ons, onze
jullie
hun
uw




ein-/kein-
Bezittelijke voornaamwoorden:
mein- 
dein-
sein-
ihr-
unser-
euer-   !!!!!!!
ihr-
Ihr-  -> hoofdletter

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels derde naamval!!

Slide 10 - Tekstslide

Voorzetsels vierde naamval:

Slide 11 - Tekstslide

Ziele Stunde:
  • Je kunt je voorbereiden op de kijk/luistertoets in toetsweek maart.
  • In tweetallen lees je het boek "Hinter den Kulissen" en kun je de vragen maken.
  • Je maakt kennis met de der- en de ein-Gruppe en de 1e, 3e en 4e naamval met voorzetsels.

Slide 12 - Tekstslide

Aufgaben Woche 11:
Leren Arbeitsbuch B:  grammatica Kapitel 4  Seiten 50-51

Maken thuis/machen zu Hause:
  • Boek B Aufgaben 18 + 19 Seite 26               ( Kapitel 4 Arbeitbuch B)
  • Boek B Aufgaben 22 + 23 Seiten 28-29    (Kapitel 4 Arbeitsbuch B)

Zu Hause oder in der Schule:
Weiter lesen Buch: "Hinter den Kulissen" und beantworten fragen in zweiergruppe (in tweetal)
Inleverdatum antwoordformulier uiterlijk 30 maart a.s. 13.30 uur.

Während der Stunde (samen in de les):
Lesen "Hinter den Kulissen". Voorbereiden kijk/luistertoets toetsweek. 
Grammatica uitleg der- en ein-Gruppe Kapitel 4 Arbeitsbuch B + voorzetsels derde en vierde naamval.
 



Slide 13 - Tekstslide

Lesen Buch: "Hinter den Kulissen"
  1. In tweetallen of alleen!!
  2. Samen lezen, tijdens lezen antwoorden noteren op antwoordformulier.
  3. Boek en antwoordformulier worden na les ingeleverd!!
  4. Pdf-bestand boek staat in Teams Duits.
  5. Week 13: week voor de toetsweek wordt het antwoordformulier ingeleverd!! Donderdag 30 maart a.s. inleveren bij docent!!

Slide 14 - Tekstslide

Luistervaardigheid:
  1. Lees de vragen en antwoorden goed door.
  2. Noteer nu de kernwoorden in je schrift.
  3. Je weet nu waar je bij het luisteren op moet letten.
  4. Concentreer je op deze kernwoorden.
  5. Het antwoord hoor je vaak in het begin of aan het eind van het fragment.
  6. Na een fragment kun je de volgende vraag en de antwoorden nogmaals lezen.
  7. Ga dus verder en denk niet meer aan het vorige fragment.

Slide 15 - Tekstslide

Kijk/luistervaardigheid:
Lees steeds de inleiding en de tipps!!!

Vanaf Aufgabe 11  t/m Aufgabe 16

Slide 16 - Tekstslide

Zum Schluss

Slide 17 - Tekstslide

Leestoets strategieën:
  • Voor het lezen: vorm een beeld van de tekst. Wat voor type tekst is het?
  • Tijdens het lezen: 1e tekst scimmen, 2e scannen, 3e intensief lezen.
  • De eerste en de laatste zin van een alinea geven vaak belangrijke informatie.
  • Voor het beantwoorden van vragen eerst zelf antwoord bedenken en nog niet de antwoorden lezen!!!
  • Meerkeuze vragen wegstrepen van vragen. Vaak lijken antwoorden veel op elkaar en zijn er antwoorden met klinkklare onzin.
  • Gatentekst: Lees alinea eerst globaal, daarna voor en na het 'gat'. Vertaal de zin. Wat zou je in het Nederlands invullen. Kijk daarna pas na de antwoorden. Leer signaalwoorden met hun functie uit je hoofd!
  • Let bij beweringsvragen (wel/niet vragen) op versterkende woorden zoals: gerade, häufig, immer, je, jeden Tag/Monat/.. . , völlig, ziemlich.
  • Tip: Staat er in de tekst een dubbele punt : dan volgt meestal een antwoord, ditzelfde geldt voor tekst tussen aanhalingstekens “ ” en na een tussenliggend streepje - .

Slide 18 - Tekstslide

Nach, zu oder in:    Seite 120
Wanneer gebruik je zu, nach of in?

  • Bespreken Aufgabe 39 + nakijken
  • Kahoot nach, zu, in
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting nach, zu, in:
zu:
  • personen
  • gebouwen en dingen

nach:
  • geografische namen
  • vaste combinaties (nach Hause, nach links, nach oben)

in:
  • landen met lidwoord
  • ergens naar binnen gaan

Slide 20 - Tekstslide