wk 35: les 3 - 27 Pv vt

Donderdag 31 augustus - 1HA
  • Raadgedicht
  • Huiswerkopdrachten bespreken (opdr. 1  t/m 4, blz. 110)
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Aan de slag!










timer
10:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 31 augustus - 1HA
  • Raadgedicht
  • Huiswerkopdrachten bespreken (opdr. 1  t/m 4, blz. 110)
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Aan de slag!










timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm in een zin?
  • Tijdproef: tegenwoordige tijd - verleden tijd
  • Getalproef: enkelvoud - meervoud

Voorbeelden:
Ik roep mijn moeder.              Ik riep mijn moeder.
Ik loop naar school.               Wij lopen naar school.

Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 4 - Tekstslide

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm (+ t)
infinitief (wij-vorm)

"lopen" als trucje invullen.

Ik loop - hij loopt
Ik word - hij wordt
Ik beantwoord - hij beantwoordt


Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd
Sterke werkwoorden
Ik loop - Ik liep - Ik heb gelopen
Ik zwem - Ik zwom - Ik heb gezwommen

Zwakke werkwoorden
Ik ren - Ik rende - ik heb gerend        
Ik werk - ik werkte - ik heb gewerkt

Slide 7 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Ik-vorm + de(n)

Ik-vorm + te(n)

Gebruik bij twijfel 'T eX KoFSCHiP

Slide 8 - Tekstslide

De persoonsvorm in de verleden tijd
ik-vorm + te(n)
ik-vorm + de(n)

Gisteren rustte ik uit van een voetbaltraining. (ik-vorm + te)
Gisteren beantwoordde ik mijn mail. (ik-vorm + de)




Slide 9 - Tekstslide

Gisteren (werken) wij allemaal aan ons huiswerk Nederlands.

Slide 10 - Open vraag

Waarom (lachen) je broertje zo hard vorige week?

Slide 11 - Open vraag

David (beantwoorden, vt) mijn appje erg snel.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen (fietsen) 25 kilometer voor het goede doel.

Slide 13 - Open vraag

De honden (krabben, vt) zich nadat ze in de bossen waren geweest.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het lievelingswoord van Hamzah?
A
Water
B
Water
C
Water
D
Water

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Ga naar blz. 112-113
  • Maak opdr. 6, 7, 8 

Klaar? Maak opdr. 9 OF
ga naar www.jufmelis.nl --> werkwoordspelling --> persoonsvorm verleden tijd

Slide 16 - Tekstslide