All right unit 6 pw voorbereiding kgt

English Unit 6 New Zealand
Unit 6 New Zealand
Unit 6 PW onderdelen:

- was/were
- woordjes NL>EN & EN>NL
- past simple ( -ed/ -d)
- expressions

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English Unit 6 New Zealand
Unit 6 New Zealand
Unit 6 PW onderdelen:

- was/were
- woordjes NL>EN & EN>NL
- past simple ( -ed/ -d)
- expressions

Slide 1 - Tekstslide

was/were
Dit is de verleden tijd van 'be' = zijn

Slide 2 - Tekstslide


I... at school yesterday
A
were
B
was

Slide 3 - Quizvraag

Je gebruikt WERE bij:
A
He/she/it/I
B
You/they/we

Slide 4 - Quizvraag

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to be' in de verleden tijd...
was
was
was
was
were
were
were
were

Slide 5 - Sleepvraag

Words

Slide 6 - Tekstslide

translate:
- koffer
- rivier

Slide 7 - Open vraag

translate:
- alleen
- knuffel (geen speelgoed)

Slide 8 - Open vraag

translate:
- miss ( I miss my dog)
- dishwasher

Slide 9 - Open vraag

Past simple 

Slide 10 - Tekstslide

Past simple
Kies de juiste vorm: play
A
plaied
B
playyed
C
playied
D
played

Slide 11 - Quizvraag

Past simple
Kies de juiste vorm: stay
A
stayied
B
stayyyed
C
stayed
D
stay

Slide 12 - Quizvraag

Past simple
Kies de juiste vorm: call
A
callied
B
called
C
call
D
callyed

Slide 13 - Quizvraag

She ________ bring cookies to class.
Peter parker ___________  a girl last night. 
____________ Spider-man swing from a building?
Opdracht: Sleep de juiste woorden naar de juiste zin! 
didn't
rescued
Did

Slide 14 - Sleepvraag

READING 
Toetsenweek
- woordenboek > EN- NL meenemen
- Pen, potlood, markeerstift
-leesboek, tijdschrift en aardrijkskunde boek
Teams
https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/reading/a1-reading

Slide 15 - Tekstslide

LEZEN >Stappenplan
SKIMMEN: kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver, kopjes, etc. 
Wat weet je al van het onderwerp?
SCANNEN: Gericht zoeken naar het antwoord op de vraag: Lees de vraag. Begrijp je dit? Lees dan de alinea waar het antwoord staat goed door.
WOORDEN RADEN: Probeer lastige woorden te begrijpen via de context; lees stukje verder of terug.
ELZA: Let op de Eerste en Laatste Zin van de Alinea. 
Daarin staat vaak de belangrijkste informatie.
INTENSIEF LEZEN: woord voor woord, regel voor regel lezen om het antwoord op een vraag te vinden.

Slide 16 - Tekstslide

Are you ready for the test?
A
Yes!!
B
A little...
C
Almost
D
No

Slide 17 - Quizvraag

Good luck!!

Slide 18 - Tekstslide

translate: inpakken

Slide 19 - Open vraag

translate: abroad

Slide 20 - Open vraag

The doctor ...... him again that day.
... Mikey ... any bones?
... you ... his bruises?
He ...... very well that night.
What kind of present ... Spud ... him?
We ...... what happened.
did + bring
did + break
did + see
didn't know
didn't visit
didn't sleep

Slide 21 - Sleepvraag

I ... to John last week.
A
talkd
B
talked
C
talkeded
D
talks

Slide 22 - Quizvraag

Verleden tijd
tegenwoordige tijd
Started 
Start
cleaned
talked
work

Slide 23 - Sleepvraag

The bus ... at 11 a.m. this morning.
A
arrived
B
arriveed
C
arrives

Slide 24 - Quizvraag

WAS
WERE

Slide 25 - Sleepvraag

translate:
- fridge
- flower

Slide 26 - Open vraag

hasn't
can't
isn't
didn't
aren't
can
did
is
are
has

Slide 27 - Sleepvraag

Drag the words to the correct sentence.
1.  _________  sleep for very long.

2. _________  wash himself for weeks.

3. _________  play tennis?

4. _________  run fast?
Did I
Did they
He didn't
Paul and Mary didn't

Slide 28 - Sleepvraag

translate:
- island
-disturb

Slide 29 - Open vraag