Bij een kruising geef je de ouders aan met de letter P (Latijn: parentes = ouders). De eerste generatie nakomelingen geef je aan met F1 (Latijn: filii = kinderen). Een generatie zijn alle organismen in één laag van een reeks voortplantingen. Bij veel kruisingen planten de organismen in de F1 zich ook weer voort. Hieruit ontstaat een tweede generatie nakomelingen: de F2.
Generatie P zijn de ouders.
F1 zijn de kinderen van deze ouders (P).
F2 zijn de kinderen van deze kinderen (F1).