H10: De toekomst van de Nederlandse politiek

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

POLITIEK

H10 De toekomst van de Nederlandse politiek

Wat herinneren jullie je nog?

H7.1: Het besluitvormingsproces

1. Wens op de politieke agenda

2. Bedenken van oplossingen

3. Het nemen van besluiten

4. Uitvoeren van het besluit

5. Terugkoppeling

H6.1: Het parlement

Tweede Kamer (150)

Eerste Kamer (75) 

Fractie(voorzitter)

Coalitiepartijen

Oppositiepartijen 

H6.2 Rechten parlement

Controlerend: vragenrecht, recht van interpellatie, recht van onderzoek, budgetrecht, recht van motie. 

H7.2: Pressiegroepen

Pressie- en belangen groepen

Machtsmiddelen, functies van de media (agenda, waakhond...)

H6.2: Rechten parlement

Wetgevend: stemrecht, recht van initiatief (TK), recht van amendement (TK)

H7.3: Invloed van burgers

H8: Provincie en gemeente

Bestuurslagen provincie

Taken provinciebestuur

Bestuurslagen gemeente

Taken gemeentebestuur

Dagelijks bestuur? Voorzitters? Volksvertegenwoordiging? 

En waar ging hoofdstuk 9
ook alweer over?

Wat voor belangrijke gebeurtenis is
er afgelopen maandag gebeurt?

Leerdoelen

Waar gaan we vandaag mee aan de slag?

Aan het einde van deze les weet je wat de knelpunten zijn van het politieke besluitvormingsproces en wat we kunnen doen om dit te verbeteren.

De twee belangrijkste knelpunten

• De afstand tussen kiezers en politici is (te) groot (veel meningen, onbekende leiders).
• Het sluiten van compromissen leidt tot onbegrip (toegeven aan anderen, stemmers).

En nog meer knelpunten zijn... 

• Steeds meer splinterpartijen, veel zwevende kiezers (minder binding), hardnekkige problemen en veel bureaucratie (veel papieren, formulieren en regels)

Knelpunten in de politiek

Dit kan bijvoorbeeld door: 

Een volksstemming: het referendum

Zelf kiezen van politici (burgemeesters / MP)

Een ander kiesstelsel: het meerderheidsstelsel

En verder... stemplicht, kiesdrempel instellen en deregulering

De kloof verkleinen!

Voordelen

• Kiezers hebben direct invloed op het politieke proces

• Verkleining van de kloof tussen kiezers en politici

• Burgers kunnen meer belangstelling krijgen voor politiek

• Groeperingen of burgers kunnen zo stemmen krijgen

• Er kan zo meer draagvlak zijn voor een politiek besluit

• Burgers moeten ‘ja’ of ‘nee’ kiezen, zij hebben geen andere keuze

Het Referendum

• De positie van de volksvertegenwoordiging wordt aangetast:

 zij hebben minder te zeggen omdat het volk nu beslissing kan nemen.

• De politieke besluitvorming wordt vertraagd:

 het organiseren van een referendum kost veel tijd

• Politieke kwesties zijn te ingewikkeld voor veel burgers

• De media kan invloed hebben op de mening van de burgers

• Het leidt tot versnippering van de politiek: iedereen bemoeit zich er mee

• Kiezers stemmen voor of tegen iets uit principe: ze betrekken andere zaken er bij

.• Burgers moeten ‘ja’ of ‘nee’ kiezen, zij hebben geen andere keuze

Het Referendum

ZELFSTANDIG WERKEN

Opdr. 5,6, 9, 10,13, 14 en 16