Pronouns
Welcome
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Welcome
Slide 1 - Tekstslide
The goals of this session
Today you'll learn how to:
- use pronouns
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdtelwoorden tot twintig
1 - one 8 - eight 15 - fifteen
2 - two 9 - nine 16 - sixteen
3 - three 10 - ten 17 - seventeen
4 - four 11 - eleven 18 - eighteen
5 - five 12 - twelve 19 - nineteen
6 - six 13 - thirteen 20 - twenty
7 - seven 14 - fourteen
Slide 3 - Tekstslide
Rangtelwoorden boven de twintig
20 - twenty 21 - twenty-one
30 - thirty 32 - thirty-two
40 - forty 43 - ..........
50 - fifty 54 - ...........
60 - sixty 65 - ...........
70 - seventy 76 - ............
80 - eighty 87 - .............
90 - ninety 98 - .............
Slide 4 - Tekstslide
Rangtelwoorden boven de honderd
Just put '(number) hundred and' in front of it. For example:
230 = two hundred and thirty
458 = five hundred and fifty-eight
101 = one hundred and one
689 = ................
532 = ...................
911 = ..................
Slide 5 - Tekstslide
Rangtelwoorden boven de duizend
Just put "(number) thousand," in front of it.
2.000 = two thousand
4985 = four thousand, nine hundred and eighty-five
78966 = seventy-eight thousand, nine hundred and sixty-six
99999 = ...........
32215 = ..............
Slide 6 - Tekstslide
Rangtelwoorden boven de honderdduizend
Split the numbers up. First, you take the first three numbers, after that you take the last three numbers. You only have to add "thousand,"!
165,964 = one hundred sixty-five thousand, nine hundred sixty-four
678,102 = ..........
231,097 = .............
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdtelwoorden vanaf een miljoen
One million
One billion
One trillion
One quadrillion
Slide 8 - Tekstslide
Rangtelwoorden
- Wat zijn het?
Slide 9 - Tekstslide
Rangtelwoorden tot twintig
1st - first 8th - eighth 15th - fifteenth
2nd - second 9th - ninth 16th - sixteenth
3rd - third 10th - tenth 17th - seventeenth
4th - fourth 11th - eleventh 18th - eighteenth
5th - fifth 12th - twelfth 19th - nineteenth
6th - sixth 13th - thirteenth 20th - twentieth
7th - seventh 14th - fourteenth
Slide 10 - Tekstslide
Rangtelwoorden boven twintig
21st = twenty-first 76th = seventy - sixth
32nd = thirty - second 87th = eighty - seventh
43rd = forty - third 98th = ninety - eighth
54th = fifty - fourth 109 = the one hundred and ninth
65th = sixty - fifth
Slide 11 - Tekstslide
Nog belangrijk 1/3
Engelsen plaatsen komma's waar wij punten plaatsen en andersom.
100.000 wordt 100,000.
Ik heb een 5,4 voor die toets wordt I got a 5.4 for that test.
Slide 12 - Tekstslide
Nog belangrijk 2/3
De op één na wordt: the second .......
De op twee na wordt : the third .......
Etc...
Etc...
De op één na slechtste wordt the second worst
De op één na beste wordt the second best
De op twee na oudste speler wordt the third oldest player
De op twee na jongste speler wordt the third youngest player
Slide 13 - Tekstslide
Nog belangrijk 3/3
Ik heb dit al één keer eerder gevraagd!
I've asked this once already!
Ik heb dit al twee keer eerder gevraagd!
I've asked this twice already!
Ik heb dit al drie keer eerder gevraagd!
I've asked this three times already!
Slide 14 - Tekstslide
Listening exercise
Slide 15 - Tekstslide
Homework
Finish all grammar exercises:
- Exercise 3
- Grammar 16 numerals
Finish all listening exercises:
- EXTRA listening
- EXTRA exam exercises
