Blok 7 - week 1 - les 4
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf op het woord: ________
Slide 4 - Open vraag
Schrijf op het woord: ________
Slide 5 - Open vraag
Schrijf op het woord: ________
Slide 6 - Open vraag
Schrijf op het woord: ________
Slide 7 - Open vraag
Schrijf op het woord: ________
Slide 8 - Open vraag
Schrijf op het woord: ________
Slide 9 - Open vraag
Schrijf op de zin: ________
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Schrijf zo veel mogelijk
-ueel -eaal woorden op!
-ueel -eaal woorden op!
Slide 12 - Woordweb
Welk woord hoort erbij?
Slide 13 - Open vraag
Welk woord hoort erbij?
Slide 14 - Open vraag
Welk woord hoort erbij?
Slide 15 - Open vraag
Welk woord hoort erbij?
Slide 16 - Open vraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin het
bijvoeglijk naamwoord?
blonde
jongen
rugtas
is
Slide 17 - Sleepvraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin
een zelfstandig naamwoord?
blonde
jongen
rugtas
is
Slide 18 - Sleepvraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin
het lidwoord?
de
de blonde jongen
rugtas
is vergeten
Slide 19 - Sleepvraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin
het onderwerp?
de
de blonde jongen
zijn rugtas
is vergeten
Slide 20 - Sleepvraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin het
hulpwerkwoord?
blonde
jongen
rugtas
is
Slide 21 - Sleepvraag
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin
het lijdend voorwerp?
de
de blonde jongen
rugtas
is vergeten
