opdrachten Armoede
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Volgens verschillende artikelen van de World Bank nemen aan de ene kant de armoedecijfers in Afrika snel af, terwijl er aan de andere kant steeds meer mensen in Afrika in armoede leven.
Leg uit dat beide kloppen aan de hand van de demografie van het land.
Leg uit dat beide kloppen aan de hand van de demografie van het land.
Slide 4 - Open vraag
Gebruik deze website op de volgende dia. Je ziet daar het % van de huishoudens van Sub-Sahara-Afrika dat minder dan $5,50 per dag te besteden heeft. In de website kan je andere gebieden toevoegen.
Vergelijk 3 landen die verspreid liggen in Sub-Sahara Afrika.
Schrijf voor elk land op hoe deze het doet ten opzichte van het gemiddelde.
(Beter, ongeveer even goed of slechter.)
Vergelijk 3 landen die verspreid liggen in Sub-Sahara Afrika.
Schrijf voor elk land op hoe deze het doet ten opzichte van het gemiddelde.
(Beter, ongeveer even goed of slechter.)
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Link
Gebruik de atlas.
Inkomensongelijkheid in de wereld is groot. Daarom is het BBP/hoofd
niet helemaal geschikt om te bepalen wat het ontwikkelingspeil van het land is.
Op de afbeelding zie je het bruto regionaal product van
Zuid-Afrika. 2 regio's doen het bijzonder goed.
Leg uit waarom juist deze twee regio's het economisch goed doen.
Inkomensongelijkheid in de wereld is groot. Daarom is het BBP/hoofd
niet helemaal geschikt om te bepalen wat het ontwikkelingspeil van het land is.
Op de afbeelding zie je het bruto regionaal product van
Zuid-Afrika. 2 regio's doen het bijzonder goed.
Leg uit waarom juist deze twee regio's het economisch goed doen.
Slide 7 - Open vraag
Inkomensongelijkheid in een land kan weergegeven worden
in de Lorenzcurve (zie filmpje).
Teken de Lorenzcurve van Nederland en Kenia
in 1 grafiek. Leg uit hoe je uit de grafiek kan
aflezen welk land een grotere inkomens-
ongelijkheid kent. Voeg de grafiek als foto toe.
in de Lorenzcurve (zie filmpje).
Teken de Lorenzcurve van Nederland en Kenia
in 1 grafiek. Leg uit hoe je uit de grafiek kan
aflezen welk land een grotere inkomens-
ongelijkheid kent. Voeg de grafiek als foto toe.
Slide 8 - Open vraag
Beschrijf de ruimtelijke ongelijkheid van Afrika op continentaal schaalniveau. Gebruik als indicator het BBP/hoofd.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Ethiopië is in de afgelopen decennia regelmatig in het nieuws geweest door hongersnoden. Beredeneer welke interne belemmerende factoren de economische ontwikkeling van Ethiopië in de weg staan.
Slide 11 - Open vraag
De verspreiding van HIV is lastig te voorkomen op het Afrikaanse continent. Beredeneer vanuit de culturele dimensie waardoor het voorkomen van nieuwe besmettingen moeizaam gaat.
Slide 12 - Open vraag
Gebruik de kaart.
Beredeneer op twee verschillende manieren dat
veel Afrikaanse landen een kwetsbare economie hebben.
Beredeneer op twee verschillende manieren dat
veel Afrikaanse landen een kwetsbare economie hebben.
Slide 13 - Open vraag
De overheid kan 2 strategieën hanteren om de kwetsbaarheid te verminderen. Benoem de 2 strategieën en leg per strategie uit hoe de economie van het land minder kwetsbaar maakt.
