1 havo 21102024

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Regels in de klas
  • Herhaling persoonlijk voornaamwoord
  • Werkwoord avoir
  • Les devoirs
Doel: je kunt persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord avoir gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de regels
  • 2 waarschuwingen,  daarna na de les bij mij komen voor passende maatregel
  • nog een waarschuwing, geel briefje halen
  • niet aan elkaar zitten, met spullen gooien, opstaan en door de klas wandelen
  • iets te zeggen, hand opsteken

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord 'avoir' = hebben
Je                     Ik
Tu                     Jij
Il/elle/on            Hij/zij/men
Nous                 Wij
Vous                  U/jullie
Ils/elles              Zij

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoord 'avoir' = hebben
J'ai                     Ik heb
Tu as                 Jij hebt
Il/elle/on a          Hij/zij/men heeft
Nous avons       Wij hebben
Vous avez          U/jullie heeft/hebben
Ils/elles ont         Zij hebben

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden in je schrift over uit het boek

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen: vul in én vertaal
  1. nous avons - wij hebben
  2. vous avez - u heeft/jullie hebben
  3. j'ai - ik heb
  4. ils ont - zij hebben
  5. ... 
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Schrijf in je schrift
Schrijf het werkwoord avoir in je schrift over van het boek

Slide 9 - Tekstslide

Au travail
Exercice 31 - 32 (eventueel 33)
Page 48 

Fini? Werkwoord leren
www.verbuga.eu 

Slide 10 - Tekstslide

Corriger ex. 30

Slide 11 - Tekstslide

Corriger ex. 31c
  1. as
  2. ai
  3. a
  4. avons
  5. ont
  6. avez 

Slide 12 - Tekstslide

Corriger ex. 31d
  1. a
  2. b
  3. b
  4. a

Slide 13 - Tekstslide

Corriger ex. 31e
  1. ai
  2. avons
  3. a
  4. as
  5. a
  6. ont

Slide 14 - Tekstslide

Corriger ex. 31f
  1. a un frère
  2. ai deux chats
  3. nous avons une soeur
  4. elles ont 14 ans
  5. ai une grande famille

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs
Mardi le 22 octobre
Apprendre: leren het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord avoir + vertaling
Faire: -

Slide 16 - Tekstslide