3 vmbo-b 2.6 Voorbehoedsmiddelen

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.6 Voorbehoedsmiddelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.6 Voorbehoedsmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les: 2.5 Geboorte

  • Leerdoelen vandaag

  • Nieuwe theorie: 2.6 Voorbehoedsmiddelen deel 1

  • Zelf aan de slag

  • Herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

De juiste volgorde van de geboorte
Weeën -> Ontsluiting -> Persweeën -> Uitdrijving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quizvraag

Zet de volgende fasen van de geboorte in de juiste volgorde:
Ontsluiting
Indaling
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 5 - Sleepvraag



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 6 - Quizvraag

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
  • Kan je de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven

  • Aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Door geslachtsgemeenschap kan een vrouw zwanger worden.
Als ze dat niet wil, kan ze voorbehoedsmiddelen gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

2.6 Voorbehoedsmiddelen
  • Met voorbehoedsmiddelen (anticonceptiemiddelen) kan je voorkomen dat er een zwangerschap ontstaat.

  • Dat heet ook wel geboorteregeling.

Slide 9 - Tekstslide

Welke voorbehoedsmiddelen ken je?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

2.6 Voorbehoedsmiddelen
  • Geboorteregeling zonder voorbehoedsmiddelen is niet erg betrouwbaar.

  • Onbetrouwbare middelen zijn:
- periodieke onthouding
- de geslachtsgemeenschap onderbreken (coïtus interruptus)

Slide 12 - Tekstslide

Periodieke onthouding
  • In de dagen rond de eisprong kan een vrouw zwanger worden. Dit is de vruchtbare periode.

  • Periodieke onthouding = geen geslachtsgemeenschap hebben in de vruchtbare periode

Slide 13 - Tekstslide

Periodieke onthouding
Periodieke onthouding is een onbetrouwbare methode:

  • Een vrouw weet nooit helemaal zeker wanneer de eisprong is. 

  • De eicel blijft ongeveer een dag in leven.

  • Zaadcellen blijven ongeveer 3 dagen in leven in het lichaam van een vrouw.


Slide 14 - Tekstslide

Geslachtsgemeenschap onderbreken

  • Een man voelt een zaadlozing aankomen.

  • Hij kan zijn penis dan terugtrekken uit de vagina.

  • De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats.

Onbetrouwbaar omdat:
  • In voorvocht ook al zaadcellen zitten. 

Slide 15 - Tekstslide

2.6 Voorbehoedsmiddelen
  • Voorbehoedsmiddelen voorkomen dat een vrouw zwanger wordt.

  • Er zijn voorbehoedsmiddelen:
zonder hormonen 
- met hormonen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

2.6 Voorbehoedsmiddelen
Hormonen werken op 3 manieren:

  1. Voorkomen dat er een eicel rijpt: geen eisprong.

  2. Maken de baarmoederhals minder doorlaatbaar voor zaadcellen.

  3. Houden baarmoederslijmvlies dun: bevruchte eicel kan niet innestelen.

Slide 18 - Tekstslide

Condoom
Dun hoesje van rubber (voor mannen en vrouwen).

  • Een condoom vangt het sperma op.

  • Een condoom beschermt ook tegen ziektes die je kunt krijgen door te vrijen (soa's).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

VRAGEN??

Slide 23 - Tekstslide

Herhalen leerdoelen
Nu kun je:

  • De werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven

  • Aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet

Slide 24 - Tekstslide

Zelf aan de slag
2.6 Voorbehoedsmiddelen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 3, 4, 5, 8

Slide 25 - Tekstslide