10-04-24 presentatievaardigheden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoel

Je weet wat er van je verwacht wordt voor de spreekbeurt.

Je weet hoe je goed kan presenteren tijdens een spreekbeurt.

Non-verbale communicatie

1. Lichaamshouding
2. Oogcontact
3. Gebaren
4. Gelaatsuitdrukking (gezicht)

Lichaamshouding

• Ontspannen en actief
• Rechtop
•  Knieën iets gebogen

Oogcontact

Geef je publiek aandacht. Kijk ze aan!

Gebaren

Maak gebruik van gebaren die je boodschap ondersteunen.  Denk aan:

Iets aanwijzen 
Structuur aanbrengen met je vinger (eerste, tweede, etc.)

Gelaatsuitdrukking

Zorg dat je gezichtsuitdrukking klopt met wat je zegt.

Opdracht:

Zeg eens iets waaruit blijkt dat je boos bent, maar kijk niet passend.

Non-verbale communicatie

1. Lichaamshouding
2. Oogcontact
3. Gebaren
4. Gelaatsuitdrukking (gezicht)

Verbale communicatie

Niet WAT je zegt, maar HOE je het zegt.

• Articulatie
• Volume
• Intonatie
• Tempo
• Vloeiend spreken

Verbale communicatie

Niet WAT je zegt, maar HOE je het zegt.

• Articulatie
• Volume
• Intonatie
• Tempo
• Vloeiend spreken

Structuur in je verhaal?

Inleiding:

Maak duidelijk waar je over gaat vertellen en waarom.

Middenstuk:

Werk puntsgewijs. Niet van de hak op de tak. Nieuw deelonderwerp = duidelijk vertellen waar je het over gaat hebben. Je mag ter ondersteuning een PowerPoint of soortgelijks gebruiken.

Slot

Vat je verhaal nog even samen. Geef een leuke eindzin en maak duidelijk dat je verhaal klaar is, zonder te zeggen: 'Nou, dat was mijn spreekbeurt'.

De presentatie

• 2,5 - 3,5 minuut
• Onderwerp naar keuze: geen land of (huis)dier
• Geen PowerPoint of andere presentatie 

De beoordeling gaat vooral over hoe je presenteert. Hoe sta je? Kijk je de klas in? Wat doe je met je handen?

Volgende les:

• Presentatie

Huiswerk:

Geen huiswerk.