EHBO - Hoofdstuk 1-2

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

EHBO

Wat zijn de regels bij College de Brink? En wat zijn de regels bij Zorg en Welzijn?

De regels in het kort

• Telefoons in de telefoontas en tassen uit het zicht
• Kauwgom uit
• Luister naar elkaar - respectvol omgaan met elkaar

Week 1

- Introductie keuzevak EHBO - wat houdt het in?
- Inzicht planning

- Theorie 'gevaren' en 'brandpreventie'

Waar denk je aan bij
het woord EHBO??

Vandaag:

- Herhaling hoofdstuk 1-2-3. 

- Start hoofdstuk 4

Wat is de eerste stap van hulp verlenen als iemand is flauwgevallen en op zijn/haar rug ligt?

1. om stilte vragen
2. bewustzijn controleren
3. op haar zij leggen
4. roepen om hulp

Opbouw EHBO - keuzedeel

                 Opdracht: (10min)
                 Bekijk je werkboek. Zie je zo al interessante onderwerpen? 

Uitleg boek online registeren
- Registreer je werkboek bij deuitgeversgroep.nl
- Werken uit boek/online
Uitleg weektaak/opdrachten - Praktijk en theorie
- Per week opdrachten die moeten worden afgemaakt. 
- Per week wordt de bijpassende theorie behandeld. 

Hoofdstuk 1

Pak je chrome-book. We gaan oefenen met toets vragen. 

Wat betekent preventie?

1. Bij brand direct actie ondernemen.
2. Eerste hulp bieden bij ongelukken.
3. De juiste maatregelen nemen om letsel te voorkomen.
4. Inzetten van alle blusmaterialen.

Wat is een vergiftiging?

1. Het binden van een brandstof aan zuurstof.
2. Het blootstellen aan een hoge temperatuur.
3. Het binnenkrijgen van een stof die het lichaam beschadigt.
4. Het samenvoegen van twee verschillende stoffen.

Wat betekent het symbool op de afbeelding?

1. Giftig, acute gezondheidseffecten
2. Milieugevaarlijk
3. Ontplofbaar
4. Ontvlambaar

Wat doe je het eerst bij brand?

1. Je begint met het het pand te ontruimen.
2. Je gaat op zoek naar iemand om te zeggen dat er brand is
3. Je slaat alarm door 112 te bellen.
4. Je start met het lezen van het ontruimingsplan

Wat is het grootste gevaar bij brand?

1. De brandbare stof.
2. De hitte.
3. De oorzaak.
4. De rook.

Wat betekent de afkorting ARBO?

1. Arbeidsomstandigheden
2. Arbeidsovereenkomst
3. Arbeid en bedrijfsorganisatie
4. Arbeid en ongevallen

ARBO

Arbeidsomstandigheden; de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn in de werkomgeving

Veiligheidsvoorschriften; regels waaraan je je moet houden om veilig te kunnen werken.

Veiligheidsvoorschriften gelden voor zowel werknemer als werkgever.

Opdracht (30min) in tweetallen: Maak een poster met veiligheidsvoorschriften voor College de Brink

Weektaak week 1: 

Hoofdstuk 1: 1.1 tot en met 1.3

Praktijkopdracht 1:
- 1 Planning maken (gezamenlijk lesdag 1) 
- 2 Gevaren in en rondom je huis 
- 3 Brandpreventie

Theorie GEVAREN

- gevaren bij kwetsbare doelgroepen

Ken jij de betekenis van de gevaarsymbolen? Sleep de juiste afbeelding naar de juiste uitleg.

Explosief

Ontvlambaar

Gassen onder druk

Giftig

Lange termijn gezondheidsgevaar

Corrosief

Theorie - brandpreventie

preventie = Het voorkomen van  = zorgen dat iets niet gebeurt. 

Geef 3 voorbeelden van gevaarlijke situaties in/rond het huis die brand kunnen veroorzaken.

Mogelijke oorzaken van brand

De televisie

Wasdroger

Roken in huis

Vlam in de pan

Oververhitting van elektrische apparaten

Open vuur, zoals kaarsen, lucifers, houtkachel

BHV'er

In elk bedrijf is een bedrijfshulpverlening (BHV) actief. Dit is verplicht volgens de ARBOwet.

Bedrijfshulpverleners zijn gewone werknemers, maar zij hebben een extra taak. Zij geven hulp bij onveilige situaties in het bedrijf en ondernemen actie als er iets gebeurt.

Leg in je eigen woorden uit wat een BHV'er is en doet.

Waarvoor staat het woord BHV

1. Brand Hulp Veiligheid
2. Bedrijfshulpveiligheid
3. Brandhulpverlener
4. Bedrijfshulpverlener

Week 2:

Uitleg weektaak
Theorie: Blusmateriaal, ongevallen voorkomen, veiligheidsvoorschriften, inspectie

Afsluiting hoofdstuk 1

Weektaak (2)

Hoofdstuk 1 - 1.4 tot en met 1.5

Praktijkopdracht 1:
-4 Blusmaterialen (folder)

-5 Ongevallen voorkomen (presentatie)

-6 veiligheidsvoorschriften(invul)

-7 Inspectie (verslag, optie 1)

Theorie: Kleine blusmaterialen

Voor het bestrijden van branden;
Blusdeken: Bij vlam in de pan, prullenbakken of brandende personen.
Poederblusser: Elektrische aparaten, vaste stoffen, gasvorming

Sproeischuimblusser: Geschikt voor vaste stoffen, vloeistoffen, personen en elektrische aparatuur. 

Vetbrandblusser: Speciaal voor vetbranden (in pan)

Theorie: Grote blusmaterialen

Brandweerauto: Woningbranden, bosbranden

Brandweerhelikopter: Bosbranden

Blusboot: Speciaal voor water op een boot bestrijden. 

Automatische blusinstallaties: Op het dak in de lokalen , gaan af bij brand.  (meestal watervoorraad voor 60-90min).

Wat is een voorbeeld van groot blusmateriaal?

1. Blusdeken
2. Vetbrandblusser
3. Sproei installatie
4. Sproeischuimblusser

Hoofdstuk 2

Week 3

Uitleg weektaak

Theorie:
Vitale organen

Werking hart, longen en bloedsomloop

Weektaak (3)

Hoofdstuk 2: 2.1 t/m 2.5
Praktijkopdracht 2: 1 en 2

In je lichaam zijn drie organen van levensbelang. Welke organen zijn dat?

1. Darmen, nieren en lever.
2. Hart, luchtwegen en nieren.
3. Lever, hersenen en darmen.
4. Longen, hart en hersenen

De functie van het hart is het vervoeren van stoffen zodat alle processen in het lichaam werken. Welke stoffen worden daarmee bedoeld?

1. Bloedpasma en bloedplaatjes.
2. Lymfe en bloedplaatjes.
3. Witte en Rode bloedlichaampjes.
4. Zuurstof en voedingsstoffen

Een AED is de afkorting voor

1. Automatische Externe Defecten.
2. Automatische Externe Defibrillator
3. Automatische Elektrische Defibrillator.
4. Automatische Eclectische Denkkader.

In welke situatie gebruik je een AED?

1. Als een slachtoffer een hartstilstand heeft.
2. Als een slachtoffer een onregelmatige ademhaling heeft.
3. Als een slachtoffer een te hoge bloeddruk heeft.
4. Als een slachtoffer een te lage hartslag heeft

Wat doet een AED?

1. Het meet de druk in de bloedvaten.
2. Het meet de temperatuur van het lichaam
3. Het zorgt dat de cholesterol in het bloed lager wordt.
4. Het zorgt dat het hart weer normaal gaat kloppen

Een burgerhulpverlener is aangemeld bij een oproepsysteem voor reanimatie.

1. juist
2. onjuist

Bij een hartstilstand in de buurt krijgt de burgerhulpverlener een bericht op zijn mobiele telefoon met het verzoek om 112 te bellen.

1. juist
2. onjuist

Hoe vaak per minuut je hart slaat is afhankelijk van wat je doet. Hoe hoog is de hartslag bij een gezond volwassen persoon als deze IN RUST is?

1. 20 tot 40 keer.
2. 120 tot 140 keer.
3. 60 tot 70 keer.
4. 160 tot 180 keer

De zon schijnt en het is bijna 40 graden. Toch wordt de voetbalwedstrijd gespeeld. Eén van de spelers wordt bevangen door de hitte. Hij toont verschijnselen van verwardheid, heeft een snelle hartslag, een verstoorde ademhaling en is niet meer goed aanspreekbaar.''

1. 112 bellen, het slachtoffer naar een koele ruimte brengen en het slachtoffer koelen met coldpacks en in ijs water gedrenkte handdoeken.
2. 112 bellen, het slachtoffer iets te eten en te drinken geven en hem weer verder laten meespelen.
3. Het slachtoffer aan de kant en in de zon laten zitten, op de ademhaling letten en pas bij dreigende bewusteloosheid 112 bellen.
4. Het slachtoffer in de schaduw laten zitten en voorkomen dat het lichaam onderkoeld raakt.