3M - §3.2 'Nationalisme en dekolonisatie'

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
§3.2 'Nationalisme en dekolonisatie'
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
§3.2 'Nationalisme en dekolonisatie'

Slide 1 - Tekstslide

Ethische politiek
  • Ontstaat rond 1900 in Nederland.
  • Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld).
  • Beschaving en cultuur bij brengen, bijvoorbeeld: onderwijs, landbouw (irrigatie) en gezondheidszorg. 

Slide 2 - Tekstslide

Oprichting scholen
Vanaf 1900
Desascholen (soort basisscholen)

Slide 3 - Tekstslide

De gevolgen van beter onderwijs
Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren en leren daar over vrijheid en democratie

Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië. De Indonesiërs leren dat elk volk recht heeft op een eigen land. 


Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen groei nationalisme
  • (Gewapende) strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld met een opstand

  • In 1927 oprichting Partai Nasional Indonesia (PNI) door Soekarno en Hatta.

Slide 5 - Tekstslide

Reactie Nederland
  • Partijen worden verboden: PNI (1931)

  • Leiders worden gevangen gezet: Soekarno en Hatta (PNI) in concentratiekampen

Slide 6 - Tekstslide

De Japanse bezetting
  • Veel Nederlanders worden gevangen gezet in de interneringskampen (Jappenkampen)
  • Soekarno en Hatta (vrijgelaten) gaan samenwerken (collaboratie) met de Japanners (in ruil voor onafhankelijkheid)

januari-maart 1942

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Jappenkampen



Jappenkampen






Interneringskampen in het door Japan bezette Nederlands-Indië

Slide 9 - Tekstslide

Leven in de Jappenkampen (1)
  • Kampen voor zowel krijgsgevangenen als burgers; mannen en vrouwen

  • Lijfstraffen

  • Honger (bubur atji: "stijfselpap")

  • Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte Dodenspoorlijn: Birmaspoorlijn)

Slide 10 - Tekstslide

Leven in de Jappenkampen (2)
  • Slechte hygiëne en huisvesting

  • Ziekte (dysentrie = zware diarree)

  • Gedwongen prostitutie (Troostmeisjes)

  • Ongeveer 25.000 Nederlanders zijn omgekomen in de Jappenkampen

Slide 11 - Tekstslide

Honger
Slechte hygiëne en huisvesting

Slide 12 - Tekstslide




Capitulatie van Japan
15 augustus 1945



Let op: deze foto is van 2 september 1945 
(officiële ondertekening)

Slide 13 - Tekstslide




Soekarno roept de onafhankelijk uit
17 augustus 1945

Slide 14 - Tekstslide

En nu...?
  • Engelsen zijn in de buurt, maar hebben geen zin in nieuwe oorlog: Nederland moet het zelf maar oplossen

  • Nederland wil de onafhankelijke republiek Indonsië helemaal niet erkennen. Ze zien Soekarno als een verrader.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom kan Soekarno de onafhankelijkheid uitroepen?
  • Nederlanders zitten nog in de kampen

  • Geen Nederlands leger in de buurt

Slide 16 - Tekstslide

1e Politionele actie 

  • DOEL: herstellen van het Nederlandse gezag

  • Bewuste keuze voor de naam 'politionele' actie en niet voor het woord 'militair', of 'oorlog'

  • Militair een succes, politiek niet: Republiek bleef bestaan en er kwam veel kritiek uit het buitenland
(juli 1947-januari 1948)

Slide 17 - Tekstslide

2e Politionele actie 

  • DOEL: vernietigen Republiek Indonesië en leiders gevangen nemen

  • Nederland wilde snel afrekenen met onrust in Nederlands-Indië: kostte teveel geld

  • Ook nu weer, militair gezien, een succes (let op: op grote schaal zijn oorlogsmisdaden begaan)
(december 1948-januari 1949)

Slide 18 - Tekstslide

Indonesië wordt onafhankelijk
  • Grote druk op Nederland: Verenigde Staten dreigen met het stopzetten van het Marshallplan

  • Nieuwe onderhandelingen: Indonesië zal onafhankelijk worden én er komt een Nederlans-Indonesische Unie

  • Soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949

Slide 19 - Tekstslide



Welke producten werden in
het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 20 - Quizvraag



Met welk doel is het cultuurstelsel ingevoerd?

Slide 21 - Open vraag


Goed of fout?
Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië
ingevoerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag



Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 23 - Quizvraag

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren

Slide 25 - Quizvraag



Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.

Slide 26 - Quizvraag



Op welke manier gingen de Nederlanders
met het bestuur van Nederlands-Indië om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 27 - Quizvraag



Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd

Slide 28 - Quizvraag


Nederland wilde vanaf 1870 in steeds meer gebieden in Indonesië de macht hebben.
Is de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?

Er kwam oorlog met een aantal inheemse vorsten.


A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 29 - Quizvraag



Vanaf ongeveer 1900 vonden veel Nederlanders dat Nederland niet alleen moest verdienen aan Indonesië. Nederland moest het land ook helpen met bijvoorbeeld onderwijs en ziekenzorg.

Onder welke naam staan deze plannen bekend?
A
batig slot
B
ethische politiek
C
kolonisatie

Slide 30 - Quizvraag



Na 1870 kreeg Nederland meer macht in Indonesië.

Met welk gevolg kreeg Nederland al snel te maken?
A
Er werd meer gevochten tussen Indonesiërs onderling.
B
Er werd minder vaak gevochten tussen Nederlanders en Indonesiërs.
C
Het verzet van de Indonesiërs tegen de Nederlanders nam toe.

Slide 31 - Quizvraag



Tussen 1900 en 1945 groeide het nationalisme in Indonesië.

Welke oorzaak voor de groei van het nationalisme is juist:
A
de invoering van de Ethische Politiek
B
de Nederlandse belofte van onafhankelijkheid
C
de toename van de Indonesische bevolking

Slide 32 - Quizvraag

Nu:
Zelfstandig werken: 
- Samenvatten paragraaf 2 (moet vandaag af!)
- Stripboek lezen die past bij paragraaf 2
- Opdrachten bij paragraaf 2 maken

Slide 33 - Tekstslide